2012/084: Man klaagt over binnentreden woning door politie zonder machtiging tot binnentreden

Rapport

In een nabijgelegen pand wordt een hennepkwekerij opgerold. Op basis van verschillende aanwijzingen wordt in het pand van verzoeker ook een inval gedaan. Er was niemand in het pand aanwezig en de ambtenaren van het regionale politiekorps Brabant-Noord hebben de buitendeur moeten forceren. Bij binnenkomst bleek een deel van het pand als woning in gebruik te zijn.

Achterin het pand werden sporen van een ontmantelde hennepplantage aangetroffen. Nadat de politieambtenaren zagen dat er boven een woning in het pand aanwezig was hebben zij dit doorgegeven aan de officier van justitie. De officier van justitie heeft hen gezegd dat hij alsnog een machtiging tot binnentreden zou afgeven als er spullen werden aangetroffen die in beslag zouden moeten worden genomen.

Verzoeker klaagt erover dat de politie zijn huisrecht niet heeft gerespecteerd door zonder toestemming en zonder een machtiging tot binnentreden zijn woning binnen te treden (Algemene wet op het binnetreden (Awbi)).

De Nationale ombudsman is van oordeel dat de politie het huisrecht van verzoeker voldoende heeft gerespecteerd. Ten eerste waren er voldoende aanwijzingen om te vermoeden dat er een hennepplantage aanwezig was. Daarom was er voldoende reden om op basis van artikel 9 van de Opiumwet het pand binnen te gaan. Daarnaast vindt de Nationale ombudsman dat, gezien de omstandigheden, er voor de politieambtenaren geen aanleiding bestond om te veronderstellen dat een gedeelte van het pand als woning diende. Zo hebben de politieambtenaren onder anderen voorafgaand aan het binnentreden de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) gecontroleerd. De Nationale ombudsman is daarom ook van mening dat het de politie niet kan worden verweten dat zij de waarborgen van de Awbi niet in acht hebben genomen.

Ook klaagt verzoeker erover dat tijdens het binnentreden schade aan zijn woning is ontstaan. De politie heeft in eerste instantie de schadeclaim afgewezen met de motivering dat het binnentreden rechtmatig was dus de politie niet aansprakelijk is voor de schade. De Nationale ombudsman is van oordeel dat de beslissing van de politie om de schade af te wijzen onvoldoende is gemotiveerd. Hij wijst daarbij op twee uitspraken van de Hoge Raad (17 september 2004 (LJN: AO7887) en 2 oktober 2009 (LJN: BJ1708)); ook bij een rechtmatige inval is de politie in beginsel schadeplichtig als daarbij schade aan eigendommen van onschuldige derden wordt toegebracht. Er is namelijk niet gebleken dat verzoeker als verdachte is aangemerkt.

Door niet in te gaan op dit laatste aspect heeft de korpsbeheerder de beslissing onvoldoende gemotiveerd. De Nationale ombudsman geeft de korpsbeheerder in overweging om opnieuw te bekijken of er aanleiding bestaat om verzoeker financieel tegemoet te komen in zijn schade, met inachtneming van de spelregels voor een behoorlijke afhandeling van schadeclaims en de uitspraken van de Hoge Raad.

Instantie: Regiopolitie Brabant-Noord

Klacht:

zonder machtiging verzoekers woning binnengetreden

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Regiopolitie Brabant-Noord

Klacht:

afhandeling van de schade, veroorzaakt aan verzoekers woning en toegangshek

Oordeel:

Gegrond