Verzoeker is samen met zijn vrouw eigenaar van een bedrijf dat hardware en software levert. Verzoeker was in onderhandeling met het Ministerie van Defensie over de levering van hard- en software. Volgens verzoeker heeft het ministerie hem opdracht gegeven tot het leveren van een aantal producten. Het ministerie betwist dat. Een andere leverancier heeft uiteindelijk de producten geleverd. Verzoeker heeft zich daarover beklaagt bij het ministerie. Als gevolg van die klacht heeft een gesprek plaatsgevonden tussen verzoeker en enkele verantwoordelijken van het ministerie. In dat gesprek is verzoeker onder meer toegezegd dat hij € 50.000,-- van het ministerie zou krijgen voor het mislopen van de order. Het ministerie heeft later echter geweigerd dit bedrag te betalen omdat er volgens hen geen grond voor betaling zou zijn.
Verzoeker klaagt erover dat hem als gevolg van het mislopen van een order onder meer een bedrag van € 50.000,-- door het Ministerie van Defensie is toegezegd. Dit wordt echter in latere correspondentie door de minister van Defensie ontkend.
Verzoeker heeft een getuigenverklaring van een generaal b.d. overgelegd. Deze verklaard, samengevat, dat hem is verteld dat aan verzoeker inderdaad het bedrag van € 50.000,-- is toegezegd. De minister van Defensie heeft hier naspeuring naar gedaan en geconcludeerd, dat deze voor hem nieuwe informatie aanleiding is om verzoeker het bedrag van € 50.000,-- toe te kennen en hem excuses aan te bieden over de gang van zaken.
Het vereiste van rechtszekerheid.
