2010/056

Rapport

Verzoeker reed met zijn auto door Amsterdam. Omdat de rechterkoplamp van zijn auto stuk was kreeg hij een stopteken van de politie. Verzoeker zette zijn auto langs de kant van de weg in een parkeervak waar parkeerbelasting moest worden betaald. Politieambtenaren S. en G. vroegen verzoeker naar zijn naam en kregen tijdens hun contact met de meldkamer te horen dat verzoeker nog een aantal boetes had openstaan. De politieambtenaren namen verzoeker mee naar het politiebureau. De auto van verzoeker bleef achter. Op het politiebureau bleek dat verzoeker, bij niet betaling van de boetes, gegijzeld kon worden. Verder bleek dat verzoeker nog drie maanden vervangende hechtenis moest uitzitten. Verzoeker werd daarom op het politiebureau ingesloten. Twee dagen later werd verzoeker overgebracht naar het huis van bewaring in Almere. Na drie maanden kwam verzoeker vrij en ontving hij twintig naheffingsaanslagen van de Dienst Belastingen van de gemeente Amsterdam. Verder bleek dat zijn auto, waarin zich nog persoonlijke eigendommen van verzoeker bevonden, inmiddels was verkocht. Deze verkoop hield verband met de inning van een belastingschuld over de periode van twee jaar.

Verzoeker klaagde erover dat de politie, na zijn aanhouding, zijn auto niet had verplaatst naar een parkeerplaats waar geen parkeerbelasting verschuldigd was als gevolg waarvan verzoeker een groot aantal naheffingsaanslagen had opgelegd gekregen.

De Nationale ombudsman oordeelde dat de betrokken politieambtenaren zich voldoende hulpvaardig hadden opgesteld bij het zoeken naar een oplossing voor het probleem van verzoeker. Zo hadden de betrokken politieambtenaren verzoeker in de gelegenheid gesteld om telefonisch iemand te regelen voor het verplaatsen van zijn auto en toen dat niet lukte nog de mogelijkheid onderzocht of zijn auto kosteloos op het terrein van het politiebureau kon worden gestald.

Op grond van deze overweging was de Nationale ombudsman van oordeel dat politieambtenaren S. en G. niet hadden gehandeld in strijd met het vereiste van correcte bejegening.

Instantie: Regiopolitie Amsterdam-Amstelland

Klacht:

Na aanhouding toezegging niet nagekomen om auto van verzoeker te verplaatsen naar een parkeerplaats waar geen parkeerbelasting verschuldigd was.

Oordeel:

Niet gegrond