Verzoeker was werkzaam bij de politie Utrecht en solliciteerde bij de politie Gelderland Midden. Hij werd afgewezen op basis van de uitkomst van het betrouwbaarheids- en geschiktheidsonderzoek. Hij zou zich hebben misdragen jegens collega's van Gelderland Zuid en hij had verzuimd dit tijdens de sollicitatieprocedure te melden.
Verzoeker klaagt erover dat hem in het kader van zijn sollicitatie bij de politie onvoldoende kenbaar is gemaakt wat laakbaar gedrag is. Tevens klaagt hij erover dat hem onvoldoende gelegenheid is gegeven om kennis te nemen van de informatie die voorhanden was en om daarop te kunnen reageren.
De Nationale ombudsman is van oordeel dat de politie verzoeker nooit afdoende duidelijk heeft gemaakt wat het laakbare karakter was van zijn door collega's beschreven gedrag. Dit is in strijd met het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking.
Met betrekking tot het ontbreken van hoor en wederhoor binnen de sollicitatieprocedure rekent de Nationale ombudsman de ontstane situatie van procedurele onrechtvaardigheid de korpsbeheerder zwaar aan. De politie handelde hier in strijd met het vereiste van hoor- en wederhoor.