2009/128

Rapport

Op 31 augustus 2007 vond er op de woning van X, de vader van verzoekster, een observatie plaats in verband met het vermoeden dat vanuit deze woning in drugs werd gedeald. In de loop van de avond hield een arrestatie-eenheid van de politie verschillende personen aan die de woning waren binnen gegaan en kort daarna de woning weer hadden verlaten. Verzoekster kwam die avond rond 21.47uur bij de woning van haar vader aan en verliet deze woning korte tijd later. Kort hierop werd zij door politieambtenaar D. aangehouden. Verzoekster werd vervolgens overgebracht naar het politiebureau en kort verhoord. Als snel bleek dat verzoekster niets te maken had met de mogelijke drugshandel vanuit de woning. Verzoekster klaagde er onder meer over dat zij was aangehouden met als doel de sleutel van de woning van X te verkrijgen.

De Nationale ombudsman is van oordeel dat er een redelijk vermoeden van schuld bestond om verzoekster aan te houden. Dat verzoekster zou zijn aangehouden om de huissleutel van de woning van X te verkrijgen is naar het oordeel van de Nationale ombudsman niet aannemelijk geworden. Immers, uit de verklaring van de betrokken politieambtenaar D. volgt dat deze op het moment van aanhouden van verzoekster niet op de hoogte was van het feit dat verzoekster de dochter was van X. Ook uit de overgelegde processen-verbaal volgt niet dat de politie op voorhand op de hoogte was dat verzoekster de dochter was van X. Daarbij overweegt de Nationale ombudsman dat de politie voor het binnentreden van een woning niet noodzakelijkerwijs over een huissleutel hoeft te beschikken, nu haar ook andere middelen om een woning te betreden ter beschikking staan.

het verbod van misbruik van bevoegdheden, behoorlijk.

Overige klachten:

-het niet wijzen op het verschoningsrecht tijdens het verhoor als verdachte van verzoekster, gegrond wegens het schenden van het vereiste van fair play;

-het zonder toestemming van verzoekster raadplegen van haar mobiele telefoon, gegrond wegens het niet respecteren van het recht op privacy;

- het niet toesturen van een ondertekende verklaring van het proces-verbaal van verhoor van verzoekster, gegrond, wegens het schenden van het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking;

-het niet wijzen op het zwijgrecht voorafgaand aan het verhoor als verdachte van verzoekster, niet gegrond;

- het verkrijgen van de huissleutels van verzoekster, geen oordeel;

- de bejegening tijdens het verhoor van verzoekster door politieambtenaar P., geen oordeel.

Instantie: Regiopolitie Brabant Noord

Klacht:

Niet gewezen op verschoningsrecht; zonder toestemming gegevens in mobiele telefoon geraadpleegd; geen ondertekende verklaring van proces-verbaal van verhoor toegestuurd.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Regiopolitie Brabant Noord

Klacht:

Aangehouden; voorafgaand aan verhoor niet gewezen op zwijgrecht.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Regiopolitie Brabant Noord

Klacht:

Zonder toestemming sleutels van de woning van verzoeksters vader meegenomen; tijdens verhoor gedreigd om verzoekster voor drie dagen vast te zetten.

Oordeel:

Geen oordeel