2009/123

Rapport

Dossiernummer: 2008.02055

Samenvatting

Verzoekster legde aan het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) ter zake van de uitvoering van de identificatieverplichting een rechtsvraag voor: “is de werkwijze van banken in overeenstemming met de privacywetgeving?” Het standpunt van het CBP en met name de wijze waarop het tot zijn standpunt is gekomen, was voor haar aanleiding om de Nationale ombudsman te vragen een onderzoek te doen. Het onderzoek van de Nationale ombudsman wijst uit dat het CBP in dit geval tekort is geschoten in het vervullen van zijn taak. Gelet op de stukken en de reactie van het CBP tijdens het onderzoek van de Nationale ombudsman, kan de Nationale ombudsman zich verder goed voorstellen waarom er voor verzoekster nog onduidelijkheid bestaat en waarom zij eigenlijk geen genoegen neemt met het door het CBP ingenomen standpunt. Een groot deel van de onduidelijkheid is zoals geconstateerd ontstaan door de gebrekkige motivering. De Nationale ombudsman vindt het daarom van belang om nogmaals aandacht te vragen voor waar het nu om draait: een helder en goed gemotiveerd antwoord te krijgen op de rechtsvraag van verzoekster. Een en ander geeft aanleiding om een aanbeveling te doen (zie Aanbeveling).

De Nationale ombudsman beveelt het CBP aan om een helder en goed gemotiveerd antwoord te geven op de rechtsvraag van verzoekster of de handelswijze van de banken met betrekking tot het scannen en digitaal opslaan van identiteitsbewijzen in overeenstemming is met de Wbp. Ten slotte beveelt de Nationale ombudsman aan om tevens antwoord te geven op de vraag of het alternatief dat sommige banken bieden aan cliënten die bezwaar hebben tegen het scannen van de identiteitspapieren, niet zou moeten gelden voor alle banken en de vraag wanneer cliënten van deze mogelijkheid gebruik zouden moeten kunnen maken.

Motiveringsvereiste:niet behoorlijk

Vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking: niet behoorlijk

Instantie: College bescherming persoonsgegevens

Klacht:

Wijze waarop uitvoering is gegeven aan het verzoek om onderzoek naar de werkwijze van banken inzake de uitvoering van de indentificatieplicht in het kader van de Wet identificatie bij dienstverlening: werkwijze van banken aan de Wbp niet getoetst; standpunt onvoldoende onderbouwd.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: College bescherming persoonsgegevens

Klacht:

Zelf geen nader feitenonderzoek uitgevoerd.

Oordeel:

Niet gegrond