Verzoekers wonen in de bebouwde kom van Voorburg, aan een klinkerstraat die volgens het bestemmingsplan is bedoeld voor zowel doorgaand- als bestemmingsverkeer. In 2006 nam het gebruik van de weg door zwaar verkeer sterk toe, vanwege tijdelijk bouwverkeer en vervangend busvervoer als gevolg van problemen bij railvervoerder Randstadrail. Verzoeker en zijn buurtgenoten ondervonden daarvan lawaai- en trillingsoverlast. Zij verzochten het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg herhaaldelijk om maatregelen ter verbetering van de verkeersveiligheid te treffen en een trillingsonderzoek te doen. De gemeente kondigde aan van plan te zijn snelheidsremmende maatregelen te treffen, maar een onderzoek niet nodig te vinden omdat het zou gaan om tijdelijke overlast. Uiteindelijk ging Randstadrail pas in september 2007 weer volgens de dienstregeling rijden. Een door de gemeente in juni 2007 ingeschakeld onafhankelijk onderzoeksbureau rapporteerde op 5 november 2007 een overschrijding van de normen voor nog aanvaardbare trillinghinder voor personen en deed de aanbeveling om maatregelen te treffen.
Verzoekers klagen erover dat het college onvoldoende heeft ondernomen om de trillingsoverlast tot een nog aanvaarbaar niveau te beperken.
De Nationale ombudsman overwoog dat in een situatie als deze een afweging moet worden gemaakt van het belang van forensen bij een zo goed mogelijk vervangend vervoer, het belang van de verkeersveiligheid en voldoende doorstroming van het verkeer en niet in de laatste plaats het belang van aanwonenden. Gezien het feit dat de straat op zich geschikt is voor gebruik door zwaar verkeer en het ontbrak aan alternatieven is het niet onjuist dat het college zijn medewerking heeft verleend om een verkeersprobleem op te lossen en de tijdelijke overlast voor de burger voor lief heeft genomen.
De aanhoudende verzoeken om maatregelen te treffen hadden ertoe moeten leiden dat vlot was begonnen met de voorbereiding van een beslissing en dus niet onnodig was gewacht met een eventueel onderzoek. Zo'n onderzoek was nodig om een goede belangafweging te kunnen maken Daarmee is in dit geval pas begonnen ruim één jaar nadat het tijdelijk busvervoer was gestart. De toenemende onzekerheid over de hervatting van het railvervoer en de groeiende overlast van vrachtverkeer had veel eerder dan nu het geval was het college moeten brengen tot het laten verrichten van een onderzoek.
De klacht is gegrond wegens schending van het vereiste van voortvarendheid.
