2007/095

Rapport

Verzoeker leefde al geruime tijd in onmin met in hetzelfde flatgebouw wonende familie. Verzoeker is in maart 2005 ernstig mishandeld door vier of vijf personen, onder wie drie leden van die familie. Hierbij zou gebruik zijn gemaakt van een boksbeugel en een deegroller. Verzoeker heeft daarna medische verzorging gehad van ambulancemedewerkers en van zijn huisarts. Door zijn verwondingen heeft verzoeker pas na negen dagen aangifte kunnen doen. Verzoeker is nadien verhuisd.

Verzoeker klaagt er over dat de politie aanvankelijk heeft geweigerd aangifte van mishandeling op te nemen en daarna onvoldoende opsporingshandelingen heeft verricht naar aanleiding van zijn aangifte

Volgens de korpsbeheerder kon de klacht niet worden behandeld omdat de betrokken politieambtenaar inmiddels als gevolg van oneervol ontslag niet meer bij het korps werkzaam was.

In het kader van ene door verzoeker aangespannen 12 Sv-procedure bepaalde het gerechthof te Amsterdam dat de olitie niet voortvarend te werk was gegaan om de toedracht van het voorval te achterhalen. Ook had de politie nagelaten 2 van de 3 verdachten te horen, hetgeen in verband met het gebruik van een boksbeugel toch bepaald voor de hand had gelegen.

De Nationale ombudsman nam de overwegingen van het gerechtshof geheel over en oordeelde dat de politie in strijd had gehandeld met het redelijkheidsvereiste door niet alle bij het voorval betrokken personen te horen. Verder oordeelde de Nationale ombudsman dat het vertrek van de betrokken verbalisant het behandelen van de klacht geenszins onmogelijk had gemaakt.

Met betrekking tot de aangifte overwoog de Nationale ombudsman dat de politie geruime tijd heeft laten verstrijken tussen voorval en opmaken proces-verbaal waardoor de kans is vergroot dat de betrokkenen hun eventuele verklaringen zouden afstemmen en zich van bewijsmateriaal zouden kunnen ontdoen. Hierdoor was gehandeld in strijd met het vereiste van voortvarendheid.

Dit laatste onderdeel gaf aanleiding voor de aanbeveling aan de korpsbeheerder om contact op te nemen met verzoeker om te komen tot een passend gebaar richting verzoeker.

Klacht over klachtbehandeling hier buiten beschouwing gelaten.

Instantie: Regiopolitie Kennemerland

Klacht:

Onvoldoende opsporingshandelingen verricht na mishandeling verzoeker door enkele personen; aanvankelijk geen aangifte opgenomen.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Regiopolitie Kennemerland

Klacht:

Verzoekers klacht laten behandelen door politieambtenaar die nauwe connecties onderhield met politieambtenaren op wie klacht betrekking had.

Oordeel:

Niet gegrond