2006/209

Rapport

Verzoeker heeft een bedrijf dat sinds 1990 onder meer gebruikte brandweervoertuigen verkoopt, voornamelijk naar buitenlandse klanten. Sinds een aantal jaren exporteerde hij deze voertuigen via een Duitse tussenpersoon naar Letland. Deze tussenpersoon liet verzoeker op een gegeven moment weten dat er geen belangstelling meer bestond voor de aankoop van de brandweervoertuigen, nu vanuit Nederland gratis voertuigen ter beschikking werden gesteld. Er waren op verzoek van de minister van Binnenlandse Zaken van Letland door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) in 2002 drie voertuigen aan de (particuliere) Stichting Hulp Letland ter beschikking gesteld om deze naar Letland te brengen. Verzoeker stelde dat hij als gevolg van deze schenking schade had geleden en stelde de minister van BZK daarvoor verantwoordelijk.

Verzoeker klaagde erover dat het Ministerie van BZK zijn verzoek om schadevergoeding van 24 augustus 2004 had afgewezen.

De Nationale ombudsman kwam in zijn rapport tot de conclusie dat formeel een besluit nodig was geweest op grond van de “aanwijzingen inzake het verrichten van marktactiviteiten door organisaties binnen de rijksdienst”. De minister van BZK stelde dat daarmee nog niet vaststond dat, nu dit besluit niet was genomen, onrechtmatig jegens verzoeker was gehandeld. Deze redenering achtte de Nationale ombudsman niet evident onjuist. Voorts achtte de Nationale ombudsman de redenen die de minister van BZK aanvoerde op grond waarvan volgens hem geen sprake was van causaal verband tussen de schenking en de geleden schade, niet zo evident onjuist dat het bestuurs­orgaan in redelijkheid niet tot zijn beslissing had kunnen komen. Gelet daarop en gelet op de hoogte van de gestelde schade achtte de Nationale ombudsman het redelijk dat de minister van BZK verzoeker voor een vergoeding van zijn zijn schade naar de burgerlijke rechter verwees. De Nationale ombudsman oordeelde dan ook dat niet in strijd was gehandeld met het redelijkheidsvereiste.

Instantie: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Klacht:

Verzoek om schadevergoeding in verband met de schenking van brandweervoertuigen afgewezen .

Oordeel:

Niet gegrond