De IGZ heeft onderzoek gedaan naar de zorgverlening aan een patiënt met een levensbedreigende ziekte door een aantal zorgverleners waarvan een gedeelte alternatieve geneeswijzen toepasten. Dit onderzoek werd ingesteld nadat de patiënt aan de ziekte was overleden en er veel commotie ontstond. Het onderzoeksrapport werd via de website openbaar gemaakt. In het onderzoeksrapport werd verzoeker met zijn inititalen en woonplaats aangeduid en werd uitgebreid verslag gedaan van zijn zorgverlening aan de patiënt.
Verzoeker klaagde erover dat de IGZ het vertrouwensbeginsel heeft geschonden door hem identificeerbaar te maken in een openbaar rapport en vertrouwelijke informatie openbaar te maken die verzoeker in het kader van een onderzoek door IGZ had verstrekt over de behandeling van zijn patiënt
Verzoeker was op grond van zijn initialen en woonplaats en de ontstane commotie herkenbaar. De IGZ had daarmee onvoldoende zorg gedragen geanonimiseerde gegevens. Wat dat betreft achtte de Nationale ombudsman de gedraging niet behoorlijk.
Omdat de Nederlandse bevolking al tijdens de ziekte en na het overlijden van de patiënt via de media op de hoogte was van de ziekte en behandeling, was het voor de IGZ niet mogelijk om de gegevens van de patiënt te anonimiseren. Vanwege de algemene bekendheid met de ziekte en behandeling vna de patiënt en het belang van de preventieve werking achtte de Nationale ombudsman de uitgebreide beschrijving van de medische behandeling in dit geval te billijken ten opzichte van het belang van verzoeker als arts bij geheimhouding van de medische informatie. De Nationale ombudsman achtte het publiceren van het uitgebreide verslag in dat opzicht behoorlijk.
De Nationale ombudsman toetste de klacht aan het redelijkheidsvereiste en achtte de klacht gedeeltelijk wel en gedeeltelijk niet gegrond.
