2010/167

Rapport

Verzoeker en zijn ex-echtgenote hebben 2 kinderen. De rechtbank verordonneerde een omgangsregeling tussen verzoeker en zijn dochter. Dit deed de rechter op basis van een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad), gericht op de mogelijkheden van een omgangsregeling tussen verzoeker en de kinderen. Tussen verzoeker en zijn ex bestaat groot wantrouwen. Er is sprake van een verstoorde relatie en hun visie op hun beider opvoedkundige kwaliteiten staan lijnrecht tegenover elkaar. Verzoeker voelt zich buitengesloten bij de opvoeding van de kinderen. Verzoeker gaf aan de Raad aan dat de moeder de kinderen (geestelijk) mishandelde en dat de situatie hem erg aangrijpt, omdat hij zelf vanuit zijn jeugd ervaring heeft met het ouder vervreemdingssyndroom.

Verzoeker klaagt erover dat de Raad zich niet objectief heeft opgesteld en beide partijen niet op gelijke wijze heeft behandeld, door onder meer

De negatieve opmerkingen van de ex over hem zonder meer in het raadsrapport op te nemen zonder verificatie en/of nader onderzoek

De door hem overgelegde eigen visie op de situatie niet te verwerken in dan wel te hechten achter het raadsrapport

Het is begrijpelijk dat bij verzoeker weerstand ontstond bij het lezen van de visie van zijn ex in het raadsrapport. Het waren volgens hem leugens, waarvan hij niet wilde dat die in dat rapport werden vastgelegd. Het advies van de Raad is volgens hem aldus gebaseerd op onwaarheden. Het advies van de Raad is echter gebaseerd op de interpretatie van alle informatie die de Raad gedurende het onderzoek heeft vergaard, met inbegrip van de visie van moeder en vader. Het advies is geen bevestiging van die visie maar een conclusie gebaseerd op de signalen die de Raad heeft vernomen. Dat die visie zonder meer op papier staat weergegeven, wil niet zeggend at het tevens de visie is van de Raad.

Uit oogpunt van volledigheid en leesbaarheid had het stuk van verzoeker aan het rapport gehecht kunnen worden, maar het had de conclusies van de Raad niet anders gemaakt. De Raad heeft objectief te staven conclusies getrokken. Door verzoekers grote emotionele betrokkenheid bleef het beeld bij hem bestaan dat niemand hem serieus nam. Verzoekers wens om het alleen-gezag over de kinderen te krijgen kon niet worden gerealiseerd binnen de vraagstelling van de rechtbank, gericht op de mogelijkheden voor omgang tussen verzoeker en zijn kinderen.

Informatieverwerving; vooringenomenheid.

Niet in de gelegenheid stellen bewijs aan te leveren over de opvoedingssituatie van zijn kinderen bij zijn ex, terwijl daarover wel een afspraak met verzoeker was gemaakt.

Instantie: Raad voor de Kinderbescherming

Klacht:

Negatieve opmerkingen van verzoeksters ex-partner over hem opgenomen in het raadsrapport zonder deze te verifiëren of nader te onderzoeken; verzoekers eigen visie over de situatie bij zijn ex-partner niet verwerkt in raadsrapport.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Raad voor de Kinderbescherming

Klacht:

Niet in de gelegenheid gesteld bewijs aan te leveren over opvoedingssituatie.

Oordeel:

Geen oordeel