2005/005

Rapport

Dossiernummer: 200403183

Rapport 2005/05

Samenvatting

Verzoekers zoon G. (13 jaar) liep bij zijn moeder en zijn stiefvader weg en ging naar zijn oom en tante in Drenthe. De tante van G. en een medewerker van Jeugdzorg Drenthe meldden aan de moeder van G. dat G. was weggelopen en lieten weten waar hij verbleef. De tante van G. stelde ook de politie in Dordrecht op de hoogte van de verblijfplaats van G.

Verzoeker klaagt er onder andere over dat politieambtenaren hem op zeer dwingende wijze hebben toegesproken en gezegd dat hij zich schuldig maakte aan een strafbaar feit wegens het onttrekken van een minderjarige aan het ouderlijk gezag. Dat zij hem hebben misleid door hem te vertellen dat er die dag geen actie meer zou worden ondernomen. Dat zijn zoon op een zeer dwingende wijze is toegesproken door vier politieambtenaren en zij hem onheus hebben bejegend. Dat hem pas na drie keer bellen een klachtformulier is toegestuurd.

Gelet op de afgelegde verklaringen acht de Nationale ombudsman het aannemelijk dat toen bleek dat verzoeker niet mee wilde werken aan een tussenoplossing, politieambtenaren er bij verzoeker op hebben aangedrongen dat hij ervoor zou zorgen dat G. zou terugkeren naar zijn moeder. Niet is gebleken dat verzoeker hiertoe is gedwongen. De Nationale ombudsman acht het voorts niet onjuist dat de politieambtenaren verzoeker duidelijk hebben gemaakt wat de consequenties zouden zijn als G. niet zou terugkeren naar zijn moeder. De Nationale ombudsman ziet dan ook geen reden de gedraging van de politieambtenaren af te keuren.

Gelet op de afgelegde verklaringen acht de Nationale ombudsman het weliswaar niet aannemelijk dat de vier politieambtenaren tegelijkertijd met G. hebben gesproken, maar is wel gebleken dat zij in wisselende samenstellingen aanwezig waren in de kamer waar het gesprek met G. werd gevoerd, en dat diverse politieambtenaren in en uit deze kamer liepen. De Nationale ombudsman heeft de indruk gekregen dat het gesprek op chaotische wijze is verlopen en kan zich voorstellen dat G. dit als dwingend heeft ervaren. Bovendien acht de Nationale ombudsman het niet wenselijk dat een gesprek op deze wijze wordt verstoord. Te meer niet wanneer het gesprek een delicaat onderwerp betreft, waarbij vertrouwen moet worden gewonnen in de gesprekspartner. Hiermee heeft de politie in strijd met het vereiste van professionaliteit gehandeld.

De Nationale ombudsman onthoudt zich in het algemeen van het geven van een oordeel over een klacht als de stellingen van verzoeker lijnrecht tegenover de stellingen van het bestuursorgaan staan. In de klacht van onheuse bejegening en het driemaal vragen om een klachtformulier staan de stellingen lijnrecht tegenover elkaar. De Nationale ombudsman onthoudt zich ten aanzien van deze klachten van een oordeel.

ZOEKWOORDEN

Hulpverlening

Bejegening

Instantie: Regiopolitie Zuid-Holland Zuid

Klacht:

Zoon verzoeker zeer dwingend toegesproken tijdens gesprek;.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Regiopolitie Zuid-Holland Zuid

Klacht:

Verzoeker dwingend toegesproken tijdens telefoongesprek; geweigerd oudere zoon verzoeker toe te laten tot gesprek;.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Regiopolitie Zuid-Holland Zuid

Klacht:

Verzoeker misleid door onjuiste informatie verstrekking; zoon verzoeker onheus bejegend tijdens gesprek; pas na drie keer bellen klachtformulier toegestuurd.

Oordeel:

Geen oordeel