De Nationale ombudsman wil dat de provincie Overijssel de schade die is ontstaan door werkzaamheden aan het kanaal Almelo-De Haandrik behoorlijk afhandelt. Met behoorlijk bedoelt de ombudsman dat de provincie het goede doet voor de bewoners die schade hebben aan hun huizen. Want bewoners lopen nog steeds tegen problemen aan.
Zo worden afspraken niet altijd nagekomen, is de communicatie niet goed en ervaren ze ongelijke behandeling. De ombudsman schrijft dat in een brief aan Martijn Dadema, gedeputeerde van de provincie Overijssel.
De Nationale ombudsman ontving de afgelopen jaren verschillende klachten van bewoners over de schadeafhandeling. Na het rapport van Mona Keijzer, dat ze schreef in de opdracht van de Provinciale Staten, is de schaderegeling eind 2023 vernieuwd. Maar bewoners lopen nog steeds tegen problemen aan. Dat blijkt uit gesprekken tussen een aantal bewoners en medewerkers van de Nationale ombudsman. Een bewoner: "Ik hoef er echt niet op vooruit te gaan, maar ik verlang gewoon een huis dat recht staat."
Problemen
In de brief aan gedeputeerde Martijn Dadema noemt de ombudsman vier belangrijke punten die inwoners hebben genoemd tijdens de gesprekken.
- De provincie is zeer voorzichtig met het betalen van schade en onkosten. Ze lijkt vooral oog te hebben voor een bovengrens. Bewoners mogen er niet beter van worden.
- Bewoners zijn al heel lang onzeker over de toekomst en dat heeft invloed op hun leven. Ook voor hun kinderen is dat heel moeilijk. In het rapport 'Waar ik bij ben' van de Kinderombudsman vertelt een kind daarover.
- Bewoners vinden de communicatie met de provincie niet goed. Afspraken worden niet altijd nagekomen. Vragen worden niet of pas na vaak vragen beantwoord. Sommige bewoners hebben al zes verschillende contactpersonen gehad.
- Bewoners ervaren ongelijke behandeling bij de schadevergoeding en herstel van de woning. Het is onduidelijk hoe de provincie beslist over schade en herstel en welke informatie ze daarvoor gebruikt.
Duidelijkheid
De ombudsman vindt het belangrijk dat de provincie aandacht heeft voor deze punten. Hij adviseert om de adviezen uit het rapport van Keijzer samen met bewoners uit te werken. Ook is het nodig dat de provincie duidelijkheid geeft over onzekerheden, zoals de kans op schade bij toekomstige werkzaamheden. De ombudsman verwacht in die situaties dat de provincie soepel omgaat met de schadeafhandeling.
De komende tijd blijft de ombudsman volgen hoe de schadeafhandeling verloopt. Ook volgt hij of de adviezen uit het rapport van Keijzer door de provincie worden overgenomen en uitgevoerd.
Update: gesprekken met bewoners en nieuwe brief aan Dadema
De ombudsman sprak op 9 mei 2025 met bewoners van het schadegebied rondom kanaal Almelo-De Haandrik. Hij wilde van hen horen hoe het met de schadeafhandeling gaat. Waar zijn bewoners bezorgd over, waar lopen ze tegenaan en wat moet nog opgelost worden? In een brief aan gedeputeerde Martijn Dadema deelt de ombudsman de signalen en geeft hij adviezen.
Zo vindt de ombudsman dat de provincie nog te veel het beeld uitstraalt dat subsidie voor woningschade een 'gunst' is waar bewoners geen recht op hebben. De besluitvorming loopt nog steeds traag, zeker als gaat om oplossingen die niet standaard zijn. Ook het nakomen van afspraken, duidelijke communicatie en op tijd reageren blijven aandacht vragen.
De ombudsman is positief over de aanpak van het bestuurlijk kopstuk Arie Slob. Hij sprak met meerdere bewoners die tevreden zijn over de hulp, de persoonlijke aanpak en goede communicatie. Maar de provincie moet er wel voor zorgen dat bewoners na het advies van Slob niet opnieuw vastlopen in de bureaucratie van de provincie, schrijft de ombudsman.
Tot slot vindt de ombudsman dat de provincie excuses moet maken aan alle bewoners van het schadegebied.
Dit speelt er
Het kanaal Almelo – de Haandrik werd tussen 2011 en 2016 verbreed en verdiept voor grotere scheepvaart. Na de werkzaamheden kwamen bij de provincie Overijssel vierhonderd schademeldingen binnen van omwonenden omdat hun huizen langs het kanaal verzakten. In een aantal gevallen moesten bewoners verhuizen. De provincie zette een schaderegeling op, maar een deel van de bewoners voelde zich in de steek gelaten. In opdracht van Provinciale Staten deed Mona Keijzer onderzoek naar de schadeafhandeling. In haar rapport schreef ze dat de schaderegeling 'menselijker, makkelijker en milder' moet.
Foto: ANP