2016/085 Gemeente Amersfoort handelt volgens beleidsregels in besluitvormingsproces

Rapport

In 2010 komt binnen de gemeente Amersfoort de discussie over de bereikbaarheid van de stad in een stroomversnelling. In de raads- en collegeperiode 2010-2014 wil men de besluitvorming afronden voor de westelijke ontsluiting van Amersfoort. Daarvoor willen raad en college van burgemeester en wethouders 'samen met betrokken bewoners en ondernemers en binnen de randvoorwaarden van de wet (…) en de beschikbare middelen' komen tot een variant voor die ontsluiting.

Verzoekers, die diverse belangengroeperingen vertegenwoordigen, klagen er over dat de gemeente bij de besluitvorming voor de Westelijke ontsluiting haar eigen beleidsregels rond participatie niet heeft nageleefd, deze gedurende het besluitvormingsproces heeft gewijzigd en verzoekers na februari 2013 niet meer om advies heeft gevraagd.

De Nationale ombudsman oordeelt niet over de inhoudelijke argumenten en afwegingen van de gemeenteraad bij haar keuze voor een variant. Het maken van die keuze behoort tot de taak van de raad als hoogste gemeentelijk bestuursorgaan. De Nationale ombudsman geeft wel een oordeel over de vraag of het besluitvormingsproces behoorlijk is verlopen en met name of de gemeente zich voldoende heeft ingespannen om de burger actief te betrekken, tijdig heeft aangegeven welke rol de burger kan vervullen en hoe de participatie is vormgegeven.

Bij de beoordeling van de klacht heeft de ombudsman gebruik gemaakt van de uitgangspunten, zoals verwoord in de 'Participatiewijzer' en van het rapport 'Niet buiten de burger rekenen!' van het Sociaal Cultureel Planbureau van februari 2016. In dit rapport gaat het SCP in op het beroep dat de nog in werking te treden Omgevingswet doet op burgerschap en burgerparticipatie en werkt zij de randvoorwaarden voor een grotere rol voor de samenleving nader uit. Eén van die randvoorwaarden betreft de reikwijdte van participatie en daarbinnen de spanning tussen participatie en representatie. Het Nederlandse politieke bestel is een representatieve democratie. Participatieve democratie kan daarop aanvullend zijn, maar niet van gelijk gewicht. Anders zou bij voortduring onduidelijk zijn bij welk van de twee beginselen (representatie of participatie) het mandaat ligt om beslissingen te nemen.

Het is precies deze spanning, die de Nationale ombudsman vaststelt bij zijn onderzoek naar aanleiding van de klachten over de gemeente Amersfoort. Hoe je het ook wendt of keert, het is de raad van de gemeente Amersfoort die uiteindelijk de knoop diende door te hakken. En dat ook heeft gedaan. Of prioritering van representatie boven participatie ook deel heeft uitgemaakt van het verwachtingenmanagement valt te betwijfelen. In ieder geval blijken verzoekers andere verwachtingen te hebben gehad van hun rol binnen het participatieproces.

Wat betreft de onderzochte klachtonderdelen concludeerde de Nationale ombudsman dat de gemeente Amersfoort heeft gehandeld in overeenstemming met het vereiste dat de overheid de burger zoveel mogelijk actief betrekt bij haar handelen. Het is niet gebleken dat de gemeente haar eigen beleidsregels voor participatie niet heeft nageleefd of dat de gemeenteraad niet bevoegd zou zijn tussentijds de uitgangspunten voor de participatie in dit proces bij te stellen. Ook kan niet gesteld dat verzoekers, op basis van de door de gemeenteraad vastgestelde regels, na februari 2013 nog om advies gevraagd hadden moeten worden.

Instantie: Gemeente Amersfoort

Klacht:

bij besluitvorming voor de Westelijke ontsluiting eigen beleidsregels niet nageleefd en gedurende het besluitvormingsproces gewijzigd

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Gemeente Amersfoort

Klacht:

verzoekers na februari 2013 niet meer om advies gevraagd, terwijl dat op basis van de door de gemeenteraad vastgestelde regels wel had gemoeten

Oordeel:

Niet gegrond