Provincie Groningen legt de beslissing om een klacht van een mevrouw over een buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) ongegrond te verklaren niet goed.
De plicht tot goede uitleg houdt in dat de overheid haar handelen en haar besluiten duidelijk aan de burger uitlegt. Het uitleggen moet gaan over het specifiek geval van de burger en moet voor de burger begrijpelijk zijn.
Mevrouw klaagde erover dat de boa haar had geboeid voor het niet aanlijnen van haar hond. De klachtenadviescommissie stelde vast dat er geen vluchtgevaar was. Ook was geen gevaar voor haarzelf of iemand anders. De klachtenadviescommissie vond daarom dat er geen goede reden was om de mevrouw te boeien.
De provincie volgde het advies niet op. Zij vond namelijk dat een boa niet met hetzelfde respect werd behandeld als een politieambtenaar. Dit was volgens de provincie voldoende reden om handboeien om te doen.
De Nationale ombudsman was het eens met het advies van de klachtenadviescommissie. Dat een boa niet met hetzelfde respect werd behandeld als een politieambtenaar vond de ombudsman geen goed argument om het advies niet te volgen.
De beslissing op de klacht is daarom niet goed uitgelegd en is dus niet behoorlijk.