2021/139 Voor een dichte deur: een onderzoek naar de Autoriteit Persoonsgegevens

Rapport

Bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) lagen eind 2020 9.800 privacyklachten van burgers 'op de plank'. De AP geeft aan vanwege geld- en personeelstekort haar werk niet aan te kunnen. De Nationale ombudsman ziet dit terug in klachten van burgers over de behandelduur van hun privacyklachten. Daarnaast is er veel onduidelijkheid over wat een burger kan doen als hij het niet eens is met de beslissing van de AP op een privacyklacht. Vooral als de AP, ook vanwege het personeelstekort, geen (verder) onderzoek naar de privacyklacht doet. Burgers die ervoor kiezen hun ongenoegen over de AP in de vorm van een klacht of bezwaar neer te leggen, komen hier vaak niet veel verder mee. Als burgers bij de AP aankloppen krijgen zij formele eisen tegengeworpen waaraan de klacht of het bezwaar moet voldoen. Er wordt onvoldoende naar hun problemen geluisterd en de burgers worden niet genoeg op weg geholpen. Hierdoor staan burgers bij de AP voor een dichte deur.

De klachtbehandeling bij de AP lijkt vooral gericht te zijn op het afhouden van klachten. Daarmee lijkt het organisatiebelang in plaats van het burgerbelang bij de AP voorop te staan. Dat is onwenselijk.

In dit rapport bespreekt de Nationale ombudsman de problemen bij de AP aan de hand van twee exemplarische klachten van burgers.

Daarnaast doet de ombudsman een aantal algemene aanbevelingen aan de AP. Die moeten ervoor zorgen dat burgers bij de AP kunnen opkomen tegen beslissingen op privacyklachten. En dat hun klachten over de AP daadwerkelijk gehoord worden.

"De AP staat onder druk. Dat zien we ook in de klachten die wij krijgen van burgers", zegt Reinier van Zutphen. "Maar die personeelsproblemen mogen geen excuus zijn voor de manier waarop de AP nu omgaat met ontevreden burgers. Niet het belang van burgers, maar dat van de organisatie lijkt voorop te staan."