2011/110: Man klaagt dat minister van BZK niet ingaat op verzoek om notificatieverslag

Rapport

Verzoeker diende bij de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) een verzoek in om aan te geven of er sinds de invoering van artikel 34 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 (Wiv) richting hem was voldaan aan de meldingsplicht. Het ging hem met name om de melding rond het afluisteren van zijn telefoon.

Verzoeker klaagt erover dat de minister van BZK niet expliciet heeft gereageerd op zijn verzoek.

De Nationale ombudsman kan de minister volgen in zijn standpunt dat de verplichting voor de AIVD om burgers na een bepaalde periode op de hoogte te stellen dat bijvoorbeeld hun telefoon is afgeluisterd, niet met zich meebrengt dat de AIVD of de minister dan ook de verplichting heeft om in te gaan op de vraag van een burger om hem informatie te verstrekken over de perioden waarin zijn telefoon afgeluisterd. Hiermee zou immers ook de informatie prijs worden gegeven dat er in een bepaalde periode niet is afgeluisterd, als dat de reden is waarom er geen melding behoeft te worden gedaan. Dat is informatie die de AIVD niet wil en behoeft prijs te geven. Dat de naleving van de meldingsplicht in zijn algemeenheid wordt gecontroleerd door de CTIVD, brengt niet met zich mee dat de CTIVD bij een verzoek om een notificatieverslag betrokken moet worden. Het is wel mogelijk om een verzoek te doen om kennisneming van eventueel bij de AIVD aanwezige persoonsgegevens als bedoeld in artikel 47 van de Wiv 2002, waaronder ook het afluisteren van een telefoon valt. Dat de minister een burger daar op wijst, is correct. Om echter het verzoek om een notificatieverslag ongevraagd op te vatten als een verzoek om inzage en als zodanig af te doen, is niet juist en schept onduidelijkheid.

De wijze waarop het verzoek is afgewikkeld, is gelet op bovenstaande in strijd met het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking.

De Nationale ombudsman geeft de minister van BZK in overweging om in het vervolg bij een verzoek om te voldoen aan de meldingsplicht dit verzoek gemotiveerd af te wijzen, en daarbij aan te bieden het verzoek als een verzoek om inzage af te wikkelen.

Instantie: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Klacht:

niet expliciet gereageerd op verzoek om aan te geven of er sinds de invoering van artikel 34 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 (Wiv) richting verzoeker is voldaan aan de meldingsplicht

Oordeel:

Gegrond