2010/215

Rapport

Verzoeker klaagt erover dat het UWV hem niet afdoende uitleg heeft gegeven over de juistheid van de financiële afwikkeling van de ZW-terugvordering.

Het UWV vordert ten onrechte ZW-recht van verzoeker terug. Op het moment dat dit blijkt is er al een betalingsregeling met verzoeker getroffen. Voor de interne verrekening berekent het UWV een nabetaling. Deze nabetaling wordt echter per abuis aan verzoeker overgemaakt. Verzoeker krijgt nu te maken met een ten onrechte ontstane terugvordering die hij moet terugbetalen en een ten onrechte ontvangen nabetaling die hij mag houden. Bij deze kwestie zijn twee afdelingen van het UWV betrokken, de afdeling ZW en de afdeling Financieel Afhandelen (Invorderen). De afdeling ZW vindt dat verzoeker de ten onrechte ontvangen nabetaling moet terugbetalen. De afdeling Invorderen vindt dat verzoeker de ten onrechte ontstane terugvordering moet terugbetalen, omdat dit de eerste vordering is die is ontstaan in deze zaak. Uiteindelijk moet verzoeker de ten onrechte ontstane terugvordering terugbetalen, terwijl hij op dit bedrag gewoon recht heeft.

De Nationale ombudsman paste in deze zaak het vereiste van adequate organisatorische voorzieningen toe en kwam tot de conclusie dat verzoeker met twee afdelingen te maken had, die niet op dezelfde lijn zaten voor wat betreft het terug te vorderen bedrag. Verzoeker was hier de dupe van omdat hij uiteindelijk in 2008 netto minder ZW overhield dan waar hij recht op had. De Nationale ombudsman vond verzoekers klacht gegrond.

De Nationale ombudsman deed het UWV de aanbeveling om ervoor te zorgen dat de twee betrokken afdelingen in de toekomst hetzelfde standpunt gaan innemen als het gaat om de vraag welk bedrag teruggevorderd moet worden. De Nationale ombudsman vindt dat in verzoekers geval de ten onrechte uitbetaalde nabetaling teruggevorderd had moeten worden.

De Nationale ombudsman nam wel met instemming kennis van het feit dat het UWV verzoeker na het onderzoek van de Nationale ombudsman financieel heeft gecompenseerd.

Instantie: UWV te Amsterdam

Klacht:

Niet afdoende uitleg gegeven over juistheid van de financiële afwikkeling van de ZW-terugvordering in 2008.

Oordeel:

Gegrond