2010/149

Rapport

Verzoeker meldde zich op 18 mei 2009 met zijn advocaatstagiaire bij de portier van de detentieboot Dordrecht, in verband met een zitting vreemdelingenbewaring via een directe beeld- en geluidverbinding met de rechtbank Maastricht. Ondanks dat de advocaatstagiaire in het bezit was van een advocatenpas en legitimatie, kreeg zij geen toegang tot de detentieboot. Zij had zich namelijk vooraf niet aangemeld, zoals de huisregels van de detentieboot Dordrecht dit voorschreven. Verzoeker diende hierover een klacht in bij de directeur van de detentieboot.

Verzoeker was het vervolgens niet eens met de reactie die hij kreeg op zijn klacht en de wijze waarop zijn klacht was afgedaan.

De Nationale ombudsman oordeelde dat de klacht van verzoeker gegrond was. De huisregels waren niet in overeenstemming met de ministeriele regeling over toegang tot penitentiaire inrichtingen. In deze regeling staat dat een advocaat (dus ook een advocaatstagiaire) met een advocatenpas en legitimatie toegang heeft tot een penitentiaire inrichting. Over voorafgaande aanmelding staat niets vermeld. De wijze van klachtafhandeling was eveneens niet behoorlijk. Ten onrechte was verzoeker niet in de gelegenheid gesteld om te worden gehoord over zijn klacht. Ook voldeed de afdoening van de klacht niet aan het motiveringsvereiste.

Vereiste van rechtszekerheid, het vereiste van hoor en wederhoor en het motiveringsvereiste; alle niet behoorlijk.

Instantie: Detentieboot Dordrecht

Klacht:

Verzoekers advocaatstagiaire geen toegang verleend tot detentieboot Dordrecht om met verzoeker een telehoorzitting bij te wonen; wijze waarop deze klacht door plaatsvervangend locatiedirecteur is afgehandeld.

Oordeel:

Gegrond