2009/112

Rapport

Verzoeker woont in een appartementencomplex in de buurt van een stalen brug. Door de jaren heen is het gemotoriseerd verkeer dat over deze brug rijdt zodanig toegenomen dat zowel verzoeker als zijn medebewoners de afgelopen jaren hierdoor geluidshinder ervaren.

Verzoeker heeft diverse (overheids)instanties, waaronder Rijkswaterstaat (RWS), benaderd om een einde te maken aan deze geluidsoverlast.

Rijkswaterstaat heeft vervolgens op enig moment opdracht gegeven om de door de brug veroorzaakte geluidsoverlast te onderzoeken. Dit heeft geresulteerd in het rapport 'Quick Scan Stalen Bruggen' .

Verder werd er een geluidsmeting bij de brug verricht. In een brief van 26 maart 2007 deelde RWS mee dat op basis van het resultaat van de geluidsmeting RWS niet verplicht is tot het nemen van maatregelen. In dezelfde brief deelde RWS ook mee dat hij in oktober 2007 onderhoudswerkzaa-mheden aan onder andere de klep van de desbetreffende brug had gepland. In het landelijk contract dat voor de werkzaamheden zou zijn gesloten, zou RWS hebben laten opnemen dat er het dek in de klep van de brug vervangen moest worden. Het nieuwe dek zou niet alleen verkeerstechnisch moeten voldoen maar ook akoestisch een verbetering moeten opleveren.

In een e-mailbericht van 2 juli 2007 schreef RWS dat de aannemer op dat moment druk bezig was met het zoeken naar een oplossing, waarbij gezocht werd naar de beste oplossing voor het reduceren van het geluid. Welke oplossing zou worden was nog niet bekend. Zodra dit bekend zou zijn, zou RWS een informatiebijeenkomst organiseren.

De klep van de brug was na de onderhoudsweken niet vervangen. Op 27 november 2007 werd een informatieavond gehouden. Tijdens deze avond gaf RWS een toelichting op de gang van zaken. Een en ander werd schriftelijk bevestigd. Hieruit kwam naar voren dat in verband met herprioritering in tijd en geld besloten was om geen geluidsreducerende maatregelen te treffen en dat deze maatregelen niet in het landelijk contract was opgenomen. RWS betreurde het dat eerder de indruk was gewekt dat er maatregelen getroffen zouden worden en dat mede door de eerder gewekte verwachting, hij geen toezeggingen voor de toekomst kon doen.

De Nationale ombudsman oordeelde dat indien een gedane belofte op een vergissing berust, dit door de overheid direct en onmiskenbaar moet worden herroepen. Nu RWS niet direct en duidelijk mee te delen dat en waarom in tegenstelling tot eerdere schriftelijke berichten, geen geluidsreducerende maatregelen zouden worden genomen, handelde RWS in strijd met het rechtszekerheidsvereiste.

Instantie: Rijkswaterstaat

Klacht:

Geweigerd om geluidsreducerende maatregelen te laten nemen in verband met het vaststellen van nieuwe prioriteiten en beschikbare geld.

Oordeel:

Gegrond