Verzoeker schorste het kenteken van zijn auto, omdat hij van plan was om voor een langere periode naar het buitenland te gaan. Tijdens de schorsing hoeft de eigenaar van de auto geen motorrijtuigenbelasting te betalen, geen verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid te hebben en niet over een geldige apk te beschikken. De auto mag zich dan niet op de openbare weg bevinden. Voor de schorsing moest verzoeker een bedrag betalen.
Omdat zijn echtgenote diezelfde dag een ongeluk kreeg, ging de reis niet door en wilde verzoeker zijn auto weer gebruiken.
Verzoeker klaagt erover dat de Dienst Wegverkeer (RDW) heeft geweigerd tegemoet te komen aan zijn verzoek om (een deel van) de kosten van de schorsing van het kentekenbewijs terug te betalen
De Nationale ombudsman oordeelde dat het niet juist was dat de RDW stelde dat er geen mogelijkheid tot terugbetaling van een deel van het betaalde bedrag was als de tarieven wettelijk zijn vastgelegd. Er is ondermeer ruimte voor coulance in situaties waarbij ten gevolge van vermoedelijke maar onbewezen fouten van bestuursorganen burgers uitgaven in geld of investeringen in tijd hebben gedaan of (zullen) moeten doen, zonder dat sprake is van evident of vermoedelijk onrechtmatig handelen. Voor de toekenning van een dergelijke vergoeding is niet vereist dat schade moet zijn veroorzaakt door aan de instantie toe te rekenen handelen.
In dit geval heeft verzoeker van de betaalde schorsing door omstandigheden in de privé-sfeer niet het door hem beoogde gebruik kunnen maken. Het risico hiervan is voor rekening van verzoeker en hoeft niet voor rekening van de RDW te worden gebracht.
De Nationale ombudsman achtte de gedraging niet in strijd met het redelijkheidvereiste.