2008/291

Rapport

Motorrijtuigenbelasting is verschuldigd per tijdvak van drie maanden. Kiest een belastingplichtige ervoor om de motorrijtuigenbelasting te betalen over vier aaneengesloten tijdvakken van drie maanden, dan geldt een korting op het verschuldigde bedrag. Verzoeker betaalde op 2 november 2007 voor de periode 15 oktober 2007 tot en met 14 oktober 2008.

Verzoeker klaagde er over dat de Belastingdienst/Centrale administratie hem, zonder hem adequaat over deze gang van zaken te informeren, een acceptgiro heeft toegezonden ter betaling van de tussentijdse verhoging van de motorrijtuigenbelasting per 1 februari 2008, terwijl hij de motorrijtuigenbelasting tot en met 14 oktober 2008 al middels de jaarbetaling had voldaan.

De Nationale ombudsman overwoog dat van de Belastingdienst had mogen worden verwacht dat hij uit eigen beweging belastingplichtigen erop had gewezen dat zij geconfronteerd werden met een naheffing van de motorrijtuigenbelasting als gevolg van een tussentijdse tariefverhoging.

Door dit na te laten is de Belastingdienst uit een oogpunt van actieve informatie verstrekking tekortgeschoten. Dit is tevens aanleiding tot het doen van een aanbeveling. De Nationale ombudsman oordeelde dat de onderzochte gedraging niet behoorlijk was.

De minister van Financiën wordt in overweging gegeven om te bevorderen dat in de toekomst op de rekening motorrijtuigenbelasting voor een jaar wordt vermeld dat ingeval van een tussentijdse tariefverhoging naheffing motorrijtuigenbelasting plaatsvindt.

Instantie: Belastingdienst/centrale administratie te Apeldoorn

Klacht:

Zonder verzoeker adequaat te informeren, een acceptgiro toegezonden ter betaling van de tussentijdse verhoging van de motorrijtuigenbelasting per 1 februari 2008, terwijl verzoeker de motorrijtuigenbelasting tot en met 14 oktober 2008 al middels de jaarbetaling had voldaan.

Oordeel:

Gegrond