2008/257

Rapport

Verzoeker zat op 20 augustus 2007 in de trein toen hij door een hoofdconductrice van de Nederlandse Spoorwegen gecontroleerd werd op het hebben van een geldig plaatsbewijs. Verzoeker toonde zijn OV-studentenkaart. De hoofdconductrice zag dat de kaart ernstig beschadigd was en nam de OV-studentenkaart in. Vervolgens schreef de hoofdconductrice een uitstel van betaling uit. Verzoeker kon zich hier niet in vinden en klaagde er onder meer over dat zijn OV-studentenkaart was ingenomen. Volgens verzoeker was de kaart niet ernstig beschadigd. Daarnaast klaagde verzoeker er over dat hij geen bewijs van inname had gekregen.

De Nationale ombudsman oordeelde dat de OV-studentenkaart van verzoeker terecht was ingenomen. Tijdens het onderzoek van de Nationale ombudsman bekeek een onderzoeker van het Bureau Nationale ombudsman de OV-studentenkaart en constateerde - net als de hoofdconductrice - dat het laminaat van de OV-studentenkaart aan beide zijden van boven naar beneden open was waardoor het mogelijk was om de pasfoto aan te raken. De Nationale ombudsman achtte het niet aannemelijk dat de hoofdconductrice de OV-studentenkaart na inname extra beschadigde, zoals verzoeker stelde. Voorts oordeelde de Nationale ombudsman dat de geconstateerde beschadiging dusdanig ernstig was dat dit de directe inname van de OV-studentenkaart rechtvaardigde. De pasfoto van de OV-studentenkaart was immers gemakkelijk te bereiken, waardoor het plegen van fraude met de kaart een reële mogelijkheid was.

Daarnaast achtte de Nationale ombudsman het niet onbegrijpelijk dat verzoeker uit het aan hem gegeven uitstel van betaling niet afleidde dat dit uitstel tevens gold als bewijs van inname dat hij bij de IBG-groep moest overleggen ter verkrijging van een nieuwe OV-studentenkaart. De Nationale ombudsman oordeelde dat hier was gehandeld in strijd met het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking.

Redelijkheidsvereiste, behoorlijk

Het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking, niet behoorlijk.

Aanbeveling.

De Nationale ombudsman geeft de minister van Justitie in overweging om te bevorderen dat op een uitstel van betaling (ontwerp proces-verbaal) wordt opgenomen dat het uitstel van betaling tevens geldt als bewijs van inname.

Andere klachtonderdelen:

Het niet volgens de regels controleren van de kaart, behoorlijk

het verwijt dat verzoeker zonder geldig vervoersbewijs reed, behoorlijk

het onvolledig invullen van het uitstel van betaling, behoorlijk

het niet informeren over het indienen van een klacht, geen oordeel

Instantie: Buitengewoon opsporingsambtenaar van de Nederlandse Spoorwegen

Klacht:

Geen bewijs van inname OV-studentenkaart gegeven.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Buitengewoon opsporingsambtenaar van de Nederlandse Spoorwegen

Klacht:

OV-studentenkaart ingenomen; verweten zonder geldig plaatsbewijs te reizen; OV-studentenkaart niet overeenkomstig de voorschriften ter plaatse gecontroleerd; document waarmee uitstel van betaling werd verleend onvolledig ingevuld.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Buitengewoon opsporingsambtenaar van de Nederlandse Spoorwegen

Klacht:

Niet geïnformeerd over hoe en waar verzoeker een klacht kon indienen.

Oordeel:

Geen oordeel