2008/061

Rapport

Verzoekster had recht op een ZW-uitkering. Op 29 januari 2007 ontving zij voor het laatst een ZW-betaling. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV), verzuimde verzoekster mee te delen waarom zij geen recht meer had op een ZW-uitkering.

Verder had verzoekster gedurende een eerdere klacht een kopie van het deurwaardersexploit, waarmee voor de eerste keer beslag was gelegd op haar uitkering, opgevraagd. Het UWV had destijds een kopie van het verkeerde deurwaardersexploit toegestuurd.

Op 24 en 25 april 2007 deelde het UWV mee dat het verzoeksters ZW-uitkering had stopgezet omdat verzoekster met ingang van 4 januari 2007 niet langer recht had op een ZW-uitkering in verband met het bereiken van de einde wachttijd. Omdat de zaak complex was had het UWV verzoekster hier niet eerder dan eind april 2007 over kunnen berichten. Het UWV doelde hierbij onder meer op de situatie dat verzoekster gedurende de ZW-periode vanwege een zwangerschap tweemaal een uitkering ingevolge de Wet Arbeid en Zorg (Wazo) ontving. Of een verzekerde recht heeft op een Wazo-uitkering is echter van belang voor de hoogte van de uitkering en niet voor de maximale wachttijd voor de ZW. Het UWV stuurde verder alsnog een kopie van het eerste deurwaardersexploit toe.

De Nationale ombudsman achtte de klachten over het stopzetten van de ZW-uitkering zonder dat dit nader gemotiveerd werd alsmede toesturen van het verkeerde deurwaardersexploit gegrond wegens schending van het motiveringsvereiste respectievelijk het vereiste van administratieve nauwkeurigheid.

Overige beschouwingen

Gedurende het onderzoek werd het UWV gevraagd om een voorschot uit te betalen omdat verzoekster buiten haar schuld om al twee maanden geen inkomsten had gehad en een WIA-procedure nog moest worden opgestart. Na veel strubbelingen heeft het UWV alsnog per telefonische overboeking een voorschot overgemaakt. In eerste instantie voor de maand april 2007. Achteraf deelde het UWV mee dat het voor de maanden februari tot en met april 2007 was bestemd, waardoor het voorschot gelijk opging aan het aanzuiveren van opgelopen betalingsachterstanden. Hierdoor kon verzoekster de te maken reiskosten om op het spreekuur te verschijnen niet voorschieten. Na zowel interne als externe druk werd ook voor dit probleem een oplossing gevonden.

Verder had het UWV pas na het starten van het onderzoek, verzoekster een WIA-aanvraagformulier toegestuurd, waardoor er een grote vertraging ontstond bij de overgang van de ZW-uitkering en WIA-uitkering met alle (financiële) gevolgen van dien.

De Nationale ombudsman is van mening dat in dit geval het UWV zijn verantwoordelijkheid had moeten nemen en uit eigen beweging met spoed actie had moeten ondernemen om de problemen die verzoekster ondervond op te lossen. De problemen waren namelijk veroorzaakt door menselijke fouten aan de zijde van het UWV alsmede interne miscommunicatie en slecht op elkaar afgestemde computersystemen.

Instantie: UWV Amsterdam

Klacht:

Zonder enig bericht ziektewetuitkering beëindigd; bij eerdere klacht niet de juiste deurwaardersexploit overlegd.

Oordeel:

Gegrond