2008/040

Rapport

Verzoeker vroeg de Belastingdienst per brief om een teruggaaf omzetbelasting. De Belastingdienst voldeed aan het verzoek. Vervolgens diende verzoeker over hetzelfde jaar nog een aangiftebiljet in, waarin hij vroeg om een veel hogere teruggaaf. In een begeleidende brief vroeg hij om met het uitbetalen van die teruggaaf te wachten tot er uitspraak was gedaan in een relevante zaak bij het Europese Hof. De Belastingdienst verleende de teruggaaf toch. De Belastingdienst wilde de teruggaaf vervolgens ongedaan maken door een naheffingsaanslag op te leggen. Per abuis werden twee nagenoeg identieke naheffingen opgelegd. Verzoeker maakte bezwaar tegen één van deze aanslagen. Toen de Belastingdienst achter de vergissing kwam, werd één van de naheffingsaanslagen ambtshalve vernietigd. Dit was (volgens de Belastingdienst per toeval) juist de aanslag waartegen verzoeker bezwaar had gemaakt.

De Belastingdienst nam geen formele beslissing meer op verzoekers bezwaarschrift, omdat de desbetreffende aanslag al was vernietigd. Verzoeker klaagt er over dat hem op die manier de mogelijkheid werd onthouden om tegen de beslissing op het bezwaarschrift in beroep te gaan bij de belastingrechter.

Formeel gezien geldt dat een officiële beslissing op het bezwaar niet aan de orde is, wanneer de naheffingsaanslag waartegen het bezwaar was gericht is vernietigd. Dit gaat er echter aan voorbij dat verzoekers bezwaar de strekking had om het afwijzen van de teruggaaf aan de orde te stellen en niet om de fout van de dubbele naheffing te laten herstellen. Dit klemt in dit geval te meer, omdat het niet duidelijk was of het bericht over de ambtshalve vernietiging verzoeker destijds had bereikt, en omdat de Belastingdienst - onder meer in correspondentie - de schijn had gewekt dat het bezwaarschrift na de ambtshalve vernietiging nog in behandeling was.

De Belastingdienst heeft in strijd gehandeld met het beginsel van fair play.

Aan de minister van Financiën wordt in overweging gegeven te bevorderen dat de Belastingdienst alsnog een formele beslissing neemt op verzoekers bezwaar.

Instantie: Belastingdienst/Rivierenland/kantoor Arnhem

Klacht:

Geen formele inhoudelijke beslissing genomen op bezwaarschrift.

Oordeel:

Gegrond