Tegen verzoeker is proces-verbaal opgemaakt voor wildplassen. Politie heeft op de bon per ongeluk aangekruist dat het een aankondiging van beschikking betrof terwijl het hier om een strafrechtelijke gedraging en niet een Mulder-gedraging betrof. Verzoeker heeft vervolgens beroep aangetekend bij de officier van justitie. De ovj heeft het beroepschrift zonder meer teruggestuurd omdat de zaak bij het OM (nog) niet bekend was. Daarna ontving verzoeker een transactievoorstel. Hij heeft dit voorstel geaccepteerd.
Verzoeker klaagt er over dat de officier van justitie na ontvangst van een door hem te vroeg ingediend beroepschrift geen contact met hem heeft opgenomen maar het beroepschrift zonder meer heeft teruggestuurd.
Allereerst constateert de Nationale ombudsman dat de verwarring die bij verzoeker is ontstaan over hoe op te komen tegen het pv is veroorzaakt door een fout van de verbalisant.
Van de officier van justitie had mogen worden verwacht dat in de brief aan verzoeker nog eens duidelijk zou zijn uiteengezet hoe hij gezien zijn kennelijke wens om de bekeuring aan te vechten procedureel diende te handelen. Door dit na te laten heeft de officier van justitie onvoldoende oog gehad voor het belang van verzoeker als verdachte van een strafbaar feit.
Ook is niet juist dat de officier van justitie geen aandacht heeft besteed aan verzoekers opmerking dat hij het sanctiebedrag inmiddels had voldaan en terugstorting daarvan verlangde.
De minister van Justitie merkt hierover op dat als van deze zin wel kennis was genomen, verzoeker zou zijn gewezen op de mogelijkheid om het CJIB het bedrag te laten terugstorten, waarna de zaak alsnog inhoudelijk door de officier van justitie zou kunnen worden beoordeeld.
Beginsel van Fair play
