Een man woont tegenover een café. Hij heeft overlast van bezoekers van het caféterras. Ook ervaart hij overlast van gestalde fietsen in de straat. Van de overlast heeft de man verschillende keren melding gedaan bij de gemeente. Daarnaast heeft de man een klacht ingediend bij de gemeente, omdat de gemeente in zijn ogen niet voldoende doet om de overlast te beperken.
De gemeente vond de klacht ongegrond. Zij lichtte toe dat de man veertien meldingen heeft gedaan in een jaar tijd. Een ambtenaar van de gemeente had regelmatig contact met de man over die meldingen. De gemeente heeft daarnaast met verschillende eenheden handhaving controles uitgevoerd. Daarbij zijn geen overtredingen geconstateerd. Wel constateerde de gemeente dat er fietsen in de straat staan gestald, maar dat deze niet op hinderlijke wijze staan opgesteld en niet voor langere tijd ongebruikt in de weg staan. De gemeente ziet geen reden om de fietsen te (laten) verwijderen met een procedure.
De Nationale ombudsman is van oordeel dat de gemeente voldoende reageerde op de meldingen van overlast. De gemeente maakte inzichtelijk dat en welke acties zij uitvoerde naar aanleiding van de meldingen van de man. Zo heeft de gemeente meerdere controles uitgevoerd rondom het café. En had zij meerdere keren contact met de man over de meldingen van overlast. Hieruit blijkt naar het oordeel van de ombudsman dat de gemeente juist serieus werk maakte van de meldingen. Verder is de ombudsman van oordeel dat de gemeente voldoende uitlegde waarom zij geen proces opstartte om de fietsen te verwijderen.
De man zou nog bij een Juridisch Loket of advocaat kunnen informeren of het zinvol is om een verzoek om handhaving bij de gemeente in te dienen in verband met de op straat geparkeerde fietsen. Tegen het besluit van de gemeente op een handhavingsverzoek kan bezwaar worden ingesteld. De Nationale ombudsman speelt in deze procedure geen rol.