Een ex-ondernemer dient bij de Nationale ombudsman een klacht in omdat hij zijn belastingaanslagen niet kan betalen. Hij heeft de Belastingdienst gevraagd om te bepalen dat hij de aanslag niet hoeft te betalen (kwijtschelden). De Belastingdienst wil dit niet. De man komt naar de Nationale ombudsman om te vragen wat hij kan doen om dit op te lossen.
De Nationale ombudsman heeft naar het standpunt van de Belastingdienst gekeken en is het daarmee eens. Als ondernemer had meneer geld moeten reserveren voor het betalen van de belasting. De man had destijds genoeg geld op zijn bankrekening om de belasting te betalen. De man heeft aangegeven het geld op zijn bankrekening echter te hebben gebruikt om andere schulden te betalen. Hoewel de Nationale ombudsman begrijpt dat de man graag van zijn schulden af wil, heeft hij ook uitgelegd dat de Belastingdienst voorrang heeft op andere schulden.
De man kan de Belastingdienst vragen om een afspraak te maken voor het betalen van aanslagen, wat betekent dat meneer elke maand een bepaald bedrag betaalt. De Belastingdienst moet er dan we rekening mee houden dat meneer iedere maand nog genoeg geld overhoudt om van te leven.
