Nog verder van huis

Op deze pagina

    Column
    Vrouw met twee dochters

    Sara* wordt mishandeld door haar man. Op een dag is de maat vol. Samen met haar twee kinderen, ontvlucht zij man en huis. Ze kan niet terecht bij vrienden of familie. Daarom meldt ze zich voor een tijdelijke veilige plek bij een vrouwenopvang. Zodat ze worden geholpen hun leven weer op de rails te krijgen.

    Gelukkig zorgt de overheid voor dit soort opvangplekken. Er zijn wel regels of je wel of niet in aanmerking komt voor een plek. Je moet bijvoorbeeld een zelfstandige verblijfsvergunning hebben. Dat is voor Sara geen probleem. Voorlopig kan zij met haar kinderen rekenen op een plek. Er moet meteen van alles geregeld worden: een verblijfs- en geheimhoudingsovereenkomst, machtigingen, financiële dingen. Het duizelt haar. Het was een emotionele beslissing om te vertrekken en meteen  al die papieren! Ze zet haar handtekening, maar ze heeft eigenlijk geen idee voor wat precies.

    Eenmaal een beetje gesetteld, moet er nog veel meer geregeld worden. Ze moet zo snel mogelijk financieel op eigen benen kunnen staan. Sara vraagt een bijstandsuitkering aan en gaat aan de slag met alle formulieren. Daarin wordt ook om een adres gevraagd, maar welk adres? Niet haar huisadres natuurlijk, maar ook liever niet het adres van de opvang, want dat is niet veilig. Gelukkig helpt iemand van de opvang haar.

    Misschien heeft ze wel recht op toeslagen, zoals zorgtoeslag. Ook dat is ingewikkeld. Want ze is nog getrouwd, dus is haar echtgenoot automatisch haar toeslagpartner. Zijn inkomen wordt meegerekend, waardoor ze niet in aanmerking komt voor toeslagen! Sara moet kunnen aantonen dat ze in een opvang zit, maar daar staat haar hoofd helemaal niet naar nu. Als de berg aan formulieren geregeld is, komt er nog geen geld binnen. Dat kan wel  6 tot 8 weken duren. Ondertussen lopen haar schulden steeds verder op, terwijl aan schuldhulpverlening nog niet kan worden begonnen in de opvang.

    Jaarlijks zoeken ongeveer 12.000 vrouwen, meestal met kinderen, noodgedwongen hun toevlucht tot de vrouwenopvang.  Ze zijn vaak mishandeld, hebben psychische problemen en/of grote financiële zorgen. De Nationale ombudsman kreeg signalen dat vrouwen tegen (financiële) knelpunten aanlopen tijdens de opvang. We zien dat regelingen en procedures niet goed op elkaar aansluiten, waardoor vrouwen als Sara vast komen te zitten in een moeras aan papieren. Terwijl ze bezig zijn met overleven. De overheid is er voor iedereen en daarom moet zij ervoor zorgen dat deze 12.000 vrouwen niet langer dan nodig is in de opvang hoeven te blijven en zij er financieel niet steeds slechter voor komen te staan!

    * het verhaal van Sara is samengesteld uit signalen van verschillende vrouwen  
    De personen op de foto zijn niet de personen uit deze column