Een harde landing

Op deze pagina

    Column

    Van de één op de andere dag te horen krijgen dat je als parachutistenclub geen sprongen meer mag maken, dat komt hard aan. Zeker als je als club al ruim 30 jaar actief bent en jaarlijks ruim 8000 parachutesprongen maakt. Maar het staat echt in de brief die de club van de Luchtverkeersleiding Nederland heeft ontvangen. Door de toename van het vliegverkeer op Schiphol en de beperkte ervaring van nieuwe verkeersleiders zal de Luchtverkeersleiding na 1 april 2008 nog maar zelden toestemming geven voor sprongen vanaf 2700 meter. Of de club hiermee bij de planning van haar activiteiten maar rekening mee wil houden.

    De club is ontdaan van dit bericht. Tussen de aankondiging in de brief en de ingang van de maatregel zitten maar vijf dagen! Op zo’n korte termijn is het voor de club onmogelijk om zich aan te passen en de financiële schade te beperken. Deze beslissing heeft ingrijpende gevolgen voor het voortbestaan van de club. Qua inkomsten moeten ze het namelijk juist hebben van sprongen vanaf 2700 meter. Bovendien heeft de club net forse investeringen gedaan in vliegtuigen en gebouwen. Hopende op een werkbare oplossing nodigt de club de Luchtverkeersleiding uit voor overleg. Maar daar gaat de Luchtverkeersleiding niet op in.

    Pas op aandringen van één van mijn medewerkers vindt uiteindelijk een gesprek plaats met de Luchtverkeersleiding, het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en de parachutistenclub. Zowel de Luchtverkeersleiding als Verkeer en Waterstaat erkennen dat de brief aan de club "niet handig" was. Toch zien zij geen concrete oplossing voor het ontstane probleem van de club. De club is erg teleurgesteld in de houding van de Luchtverkeersleiding en daar kan ik mij wel wat bij voorstellen. Daarom besluit ik om de zaak verder te onderzoeken.

    Het is goed dat de veiligheid van het vliegverkeer de hoogste prioriteit heeft. Echter, door de club pas vijf dagen van te voren te informeren, is zij onnodig in de problemen gebracht. De club heeft zo onvoldoende mogelijkheid om zich op de nieuwe situatie in te stellen. Bovendien heeft de Luchtverkeersleiding de club vanaf 1 april 2008 in geen enkel geval toestemming gegeven voor sprongen vanaf 2700 meter. Er is naar mijn mening onvoldoende rekening gehouden met de belangen van de club. Daarom heb ik er bij de Luchtverkeersleiding op aangedrongen om nogmaals in gesprek te gaan met de club. Met mijn oordeel in het achterhoofd moet de Luchtverkeersleiding bekijken in hoeverre zij kan bijdragen aan de oplossing van de problemen die voor de club zijn ontstaan door dit abrupte verbod van parachutesprongen.

    Inmiddels heeft de parachutistenclub mij laten weten dat zij haar activiteiten voorlopig heeft stopgezet. Een groot deel van de bezittingen zijn verkocht om te proberen een faillissement te voorkomen. Een nader overleg lijkt dus op zijn plaats. De overheid heeft veel verantwoordelijkheden, maar ook veel macht. Met die macht moet de overheid behoorlijk omgaan en dat is in dit geval niet gelukt.

    * Om privacyredenen is de naam veranderd