Gemeente Den Helder vroeg onterecht standaard om machtiging aan advocaten

Rapport

De advocaten Badal en Meijer (niet de echte namen) dienen voor hun cliënten regelmatig aanvragen bijzondere bijstand in bij de gemeente Den Helder. De gemeente vroeg dan standaard om een machtiging. Volgens de advocaten was dit niet juist. De advocaten klaagden daarover bij de gemeente. Maar de gemeente vond de klacht ongegrond.

De advocaten dienden hun klacht daarom in bij de Nationale ombudsman. De ombudsman stelde onderzoek in naar de klacht. In reactie op de eerste vragen van de ombudsman liet de gemeente weten dat zij het goed vindt om advocaten standaard om een machtiging te vragen. De reden daarvoor is dat zij anders niet zeker weet of de advocaat de wettelijk vertegenwoordiger is van de burger.

Hierna stelde de ombudsman meer vragen en deelde hij informatie over de wetsgeschiedenis met de gemeente. Uit die geschiedenis blijkt dat de wet wel de mogelijkheid biedt aan overheidsinstanties om een machtiging te vragen. Maar dat dit alleen bedoeld is voor situaties waarin instanties niet kunnen weten of iemand wel echt advocaat is. Wanneer dit duidelijk is, dan hoeven instanties niet om een machtiging te vragen. 

De ombudsman vindt de klacht van de advocaten Badal en Meijer daarom gegrond. Het was voor de gemeente duidelijk dat zij advocaten waren. Daarom was het niet nodig om standaard om een machtiging te vragen. Door dit toch te doen, wierp de gemeente een onnodige drempel op voor de advocaten. 

Tijdens het onderzoek van de ombudsman liet de gemeente weten dat zij de klacht toch ook gegrond vindt. De gemeente vindt het toch niet nodig om standaard om een machtiging te vragen aan advocaten. Ze zal dit niet langer doen en de advocaten Badal en Meijer hierover informeren.

De ombudsman vindt het positief dat de gemeente haar werkwijze aanpast en dat zij de advocaten nu niet meer om een machtiging zal vragen.