Medewerkster lokale Orde van Advocaten bood voldoende steun bij aanwijzing advocaat

Brief

Een man kan zijn oude advocaat niet meer betalen. Het lukt hem niet om zelf een nieuwe advocaat te vinden. Daarom vraagt hij de lokale Orde van Advocaten Midden-Nederland (de Orde) om een advocaat aan te wijzen. De man heeft veel contact over zijn aanvraag met een medewerkster van de Orde. 

De man klaagt bij de Orde over de manier waarop het contact met de medewerkster verliep. Hij vindt dat zij hem onvoldoende hielp en niet genoeg empathie voor zijn situatie toonde. Ook vindt de man dat zij hem onterecht een advocaat aanwees die niet 'op basis van toevoeging' werkte. De man zegt dat hij ook door haar manier van werken veel geld aan de advocaat moest betalen. Geld dat hij niet heeft.  

De Orde vindt zijn klachten ongegrond. Omdat de man het niet eens is met dat oordeel, stapt hij naar de Nationale ombudsman. Hij wil dat de ombudsman een oordeel geeft over zijn klachten. Ook klaagt hij erover dat de Orde niet meer reageerde op vragen en opmerkingen die hij stuurde na het ontvangen van de reactie van de Orde op zijn klacht. 

De ombudsman vraagt de man om het e-mailverkeer tussen hem en de Orde te sturen. Ook stelt een medewerkster van de ombudsman een paar vragen aan de Orde. Dit zorgt voor voldoende informatie om over de klacht te oordelen.  

De ombudsman vindt de klachten van de man ongegrond. Hij wijst daarbij op de inhoud van de e-mails. Hieruit blijkt dat de medewerkster van de Orde de man herhaaldelijk op weg probeerde te helpen bij zijn aanvraag. De ombudsman vindt dat een bepaalde mate van zakelijkheid past bij de rol van de Orde. Ook constateert de ombudsman dat de medewerkster van de Orde de man voldoende informeerde over de rol van de Orde bij het aanwijzen van een advocaat. Het handelen van de medewerkster droeg niet bij aan het moeten betalen van geld door de man aan de advocaat. Tot slot constateert de ombudsman dat de vragen die de man na de klachtbehandeling aan de Orde stelde, inmiddels beantwoord zijn.