Projectleiders over het onderzoek naar leefomstandigheden in de crisisnoodopvang

In onzekerheid wachten

Op deze pagina

    Interview
    Portretfoto van Annemarie en Marit

    In Nederland leven duizenden vluchtelingen maandenlang in de crisisnoodopvang. Zij wonen op locaties die niet zijn gemaakt of geschikt zijn om langere tijd te verblijven. Dat leidt tot de schending van mensen- en kinderrechten, concludeerden de Nationale ombudsman en Kinderombudsman in hun onderzoek 'De crisis voorbij'. Projectleiders Annemarie Tuzgöl (links op foto) en Marit Hopman delen hun ervaringen over de totstandkoming van dat rapport: over de moeilijke omstandigheden op crisisnoodopvanglocaties, de onduidelijkheid in de keten en de onzekerheid waar duizenden gezinnen in leven.  

    Het afgelopen jaar is al veel geschreven over de erbarmelijke situaties in de asielopvang, zoals op het aanmeldcentrum in Ter Apel. Toch gaat het nog meer leven als je de mensen waar het over gaat spreekt, hoort en ziet waar zij in de praktijk tegenaanlopen, vertelt Annemarie Tuzgöl, projectleider van de Nationale ombudsman. Zij en Marit Hopman (projectleider van de Kinderombudsman) bezochten samen met het onderzoeksteam verschillende crisisnoodopvanglocaties in het land. Annemarie: 'Je ziet dingen die je jezelf eigenlijk niet voor kan stellen. Gezinnen die met honderd anderen in één hal slapen, afgescheiden door dunne wandjes van maar 2.5 meter hoog. Of meerdere gezinnen die een kleine ruimte moeten delen. Op een andere locatie leefden mensen zonder daglicht.'

    Mensen- en kinderrechten.

    'Op het gebied van migratie zien we dat de overheid onder een norm is gezakt. Dat willen we voorkomen', gaat Annemarie verder. 'Maar tegelijkertijd was niet helemaal duidelijk wat die norm dan precies was.' Dat is een van de redenen om in het onderzoek de crisisnoodopvang te toetsen aan de hand van een mensen- en kinderrechtelijk normenkader. Dat kader stelt het onderzoeksteam tijdens dit onderzoek op en is onder andere gebaseerd op (internationale) verdragen. Het beschrijft de vereisten waar de crisisnoodopvang aan moet voldoen, zoals onderdak, privacy en veiligheid.

    Gezin bij een AZC

    Waardigheid onder druk

    Aan die vereisten voldoet de crisisnoodopvang in Nederland duidelijk niet, concludeert het team. De leefomstandigheden op de locaties zijn zelfs dermate moeilijk dat de waardigheid van volwassenen en kinderen
    ernstig onder druk staat. 'Dat klinkt misschien een beetje vaag', geeft Marit toe. 'Waardigheid heeft te maken met respect, fatsoen en gelijkwaardigheid, en in zijn diepste essentie dat je als mens gezien wordt. In ons huidige systeem lijken deze mensen gereduceerd tot percentages en aantallen. En kosten ze geld. Door gebruik te maken van mensen- en kinderrechtelijke verdragen hoop ik dat iedereen weer even ziet dat dit niet over getallen gaat, maar over mensen.'

    Praktijkverhaal uit het onderzoek

    Mohammad (45) en Asya (42): 'We zijn dankbaar voor de opvang en de aardige mensen die er werken. Ze proberen ons echt te helpen. Deze opvanglocatie is al de vijfde waar we sinds anderhalf jaar zitten. Waarom moeten we steeds verhuizen? Dat begrijpen we niet. Hoe lang moeten we nog wachten? We hebben géén idee. Er kwamen gezinnen na ons en die hebben nu al een huis gekregen. Hoe kan dat? We maken ons veel zorgen over de gezondheid van onze kinderen want ze eten bijna niks. En zelf mogen we niet koken. Komen we te laat voor het eten, dan is er niks meer.'

    Leven in onzekerheid

    Hoewel er veel onderlinge verschillen tussen de voorzieningen van verschillende locaties zijn, hebben die ook iets gemeen. Zo is geen van de locaties geschikt voor een langdurig verblijf, ondanks dat mensen er soms al bijna een jaar wonen. Ook leven velen in onzekerheid, zegt Annemarie: 'Ze weten gewoon niet waar ze aan toe zijn, of wanneer ze bijvoorbeeld aan de beurt zijn voor het eerste gesprek met de IND.'

    'Bij kinderen zie je vaak dat die volstrekte onzekerheid over wat er gaat gebeuren hen op veel vlakken in hun ontwikkeling belemmert', legt Marit uit. 'Ze kunnen soms niet naar school, of zitten met weinig leeftijdsgenoten op een locatie, waardoor ze weinig sociaal contact hebben. Ze kunnen niet sporten. Kinderen weigeren soms te eten. Omdat eten het enige is waar ze voor hun gevoel controle over hebben. En dat moet je ook nog eens heel vaak verhuizen. Ga daar maar eens aanstaan, als zes- of achtjarige.'

    Worstelen met regels

    Tegelijkertijd ziet het onderzoeksteam dat op de opvanglocaties mensen hard werken en het beste voor hebben met de bewoners. Ook zij zijn de dupe van het gebrek aan duidelijkheid, vertelt Annemarie: 'De IND zou die duidelijkheid moeten geven, maar die komt niet of nauwelijks op deze locaties. Daardoor vangen vooral de locatiemanagers en de COA-medewerkers, die gemeenten helpen bij de opvang, de klappen op. Zij krijgen vragen van bewoners die zij ook niet kunnen beantwoorden, omdat ze de informatie niet hebben. Ik sprak met verschillende locatiemanagers die informatie van de IND willen, maar geen contactpersoon hebben.'

    'Medewerkers zijn ook niet verantwoordelijk voor de voorwaarden waar een opvanglocatie aan moet voldoen', gaat Marit verder. 'Dus in die zin roeien zij met de riemen die ze hebben.' Toch kan hun inzet niet voorkomen dat de opvang tekortschiet. En mensen- en kinderrechten op deze locaties geschonden worden. Marit: 'Het lijkt alsof we de medewerkers op die locaties veroordelen, dat is niet zo. Maar in essentie is het duidelijk: de crisisnoodopvang voldoet gewoon niet.'

    Meer lezen?

    Meer lezen over het onderzoek, onze conclusies en aanbevelingen? Op deze pagina vindt u het rapport.