Relaties veteranen
De Veteranenombudsman ontvangt regelmatig signalen dat partners, ouders en kinderen van postactieve veteranen zich niet gehoord en gezien voelen door de overheid.

Zij leven onder bijzondere omstandigheden door het werk van ‘hun’ veteraan. En spelen een belangrijke rol in het leven van de veteraan wanneer deze lichamelijk of psychisch letsel overhoudt na een missie. De overheid heeft daarom ook een bijzondere zorgplicht voor de relaties van veteranen.
Uit de signalen die de Veteranenombudsman ontvangt, blijkt dat veel relaties niet weten dat ze ook voor zichzelf hulp kunnen krijgen als dat nodig is. De Veteranenombudsman heeft daarom een onderzoek gedaan naar de behoefte en ondersteuning van relaties van Veteranen.
Om het onderzoek goed uit te kunnen voeren zijn verschillende stappen gezet:
- Er zijn 28 relaties van veteranen persoonlijk geïnterviewd om een goed beeld te krijgen van hun ervaringen met het krijgen van ondersteuning van de overheid. De verhalen van de relaties vormen de kern van het onderzoek.
- Daarna zijn er gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van instanties die direct of indirect betrokken zijn de uitvoering van de bijzondere zorgplicht. Het ging hier om:
- medewerkers van het ministerie van Defensie
- het Nederlands Veteraneninstituut (NLVi)
- de Bond van Nederlandse Militaire Oorlogs- en dienstslachtoffers (BNMO)
- het Landelijk Zorgsysteem Veteranen (LZV)
- het nationaal Veteranen Platform (nVP).
- Ook is er gesproken met onafhankelijke deskundigen die betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van de Veteranenwet. Verder zijn er interviews gehouden en gesprekken gevoerd met onafhankelijke experts, wetenschappers en betrokken overheidsinstanties (beleid en uitvoering).
- De resultaten en voorlopige conclusies van het onderzoek zijn besproken in een rondetafelgesprek met een aantal relaties van veteranen en vertegenwoordigers van de betrokken (overheids)instanties.
- De opbrengst van de interviews met relaties, gesprekken met overheidsinstanties en het rondetafelgesprek zijn verwerkt tot het rapport dat er nu ligt.
De hoofdconclusie van het onderzoek is dat het ministerie van Defensie en het NLVi nog te weinig erkenning en waardering hebben voor relaties van postactieve veteranen. De bijzondere zorgplicht voor relaties is nog niet breed bekend, de wijze waarop Defensie en het NLVi invulling geven aan de bijzondere zorgplicht is te beperkt en er wordt te weinig geïnvesteerd in lotgenotencontact en ontspanningsactiviteiten.
De Veteranenombudsman heeft aanbevelingen gedaan die het ministerie van Defensie en het NLVi helpen om de bijzondere zorgplicht voor relaties van veteranen op een behoorlijke wijze uit te voeren.
- Investeer in betere informatievoorziening over de bijzondere zorgplicht. En benader relaties van veteranen, gemeenten en huisartsen proactief en geef duidelijke informatie.
- Investeer in een ruimere invulling van de bijzondere zorgplicht. Wees laagdrempelig en coulant bij het uitvoeren van de bijzondere zorgplicht. En investeer in kennis en kunde bij medewerkers.
- Investeer in uitbreiding van het lotgenotencontact en ontspanningsactiviteiten.
Het volledige rapport is hier te lezen.
Het rapport Erken mijn zorgen is op 12 december 2024 gepubliceerd.
We blijven vanuit de Veteraneombudsman monitoren op voortgang m.b.t. volgende punten:
- Gevoel van erkenning en waardering bij relaties die zorgen voor veteranen.
- De bekendheid van de bijzondere zorgplicht onder relaties van veteranen.
- De brede invulling van de bijzondere zorgplicht en investeringen daarin.
- De mogelijkheden voor lotgenotencontact en ontspanningsactiviteiten
De uitkomst hiervan zullen wij met relaties blijven bespreken en bij verantwoordelijke instanties blijven aankaarten tot de situatie verbeterd is.
Op 3 april 2025 heeft de Veteranenombudsman de kabinetsreactie op het rapport ontvangen. Deze reactie is hier te lezen en is besproken in de Tweede Kamer op 16 juni 2015.
Op 11 juni wordt het rapport besproken met de Vaste commissie voor Defensie en door de Veteranenombudsman verder toegelicht.