Een man diende een klacht in over een provincie. Deze provincie wilde een wachtsteiger in de sloot achter zijn huis gaan plaatsen. De man was het daarmee niet eens. Hij zocht daarover meerdere malen contact met de provincie.
Tijdens die contacten droeg hij diverse argumenten aan waarom de steiger volgens hem niet op die plek hoefde te komen. Ook gaf hij argumenten waarom de steiger volgens hem korter kon. De man schakelde ook een deskundige in die een rapport uitbracht. In dat rapport stonden ook argumenten waarom de steiger niet op de geplande plek moest komen. De man vond dat de provincie niet voldoende en ook niet inhoudelijk op zijn argumenten en de argumenten in het rapport reageerde.
De Nationale ombudsman vindt dat de provincie wel voldoende en ook inhoudelijk reageerde op zijn argumenten. De provincie ging onder meer in op de lengte van de steiger en legde uit waar zij allemaal rekening mee hield bij het ontwerp van de steiger. Ook liet de provincie zien dat zij het rapport van de deskundige serieus nam, het leidde namelijk tot aanpassingen aan de oorspronkelijke plannen.
De Nationale ombudsman kon niet alle klachten van de man behandelen. Een deel van zijn klachten was namelijk ook behandeld tijdens twee kort geding procedures. De Nationale ombudsman geeft geen oordeel over zaken waar een rechter zich over uitsprak.