De Nationale ombudsman, Kinderombudsman en Veteranenombudsman presenteren vandaag hun jaarverslag over 2022 aan de Tweede Kamer: Tijd voor de burger. Zij constateren dat de overheid vaker, eerder en beter moet luisteren naar burgers. Ondanks goede voorbeelden van de overheid blijven de ombudsmannen kritisch, onder meer over de invloed en zeggenschap die burgers nu hebben op het werk van de overheid.
Nationale ombudsman Reinier van Zutphen: "Participatie kan alleen succesvol zijn als mensen ook daadwerkelijk invloed en zeggenschap hebben. We blijven kritisch waar participatie lijkt te worden ingezet als plak- en pleisterwerk voor onbehoorlijke dienstverlening door de overheid. Burgers kunnen bovendien pas echt meedoen, als eerst aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Zoals genoeg geld om van te leven. Mensen met financiële zorgen hebben minder ruimte om te participeren."
Onzekere periode
De ombudsmannen blikken in het jaarverslag terug op een onzeker jaar, met de inval van Rusland in Oekraïne, stijgende energieprijzen en torenhoge inflatie. Zo’n 90.000 Oekraïners vluchtten naar Nederland, waardoor er extra druk kwam op de bestaande asiel- en opvangmogelijkheden. Een probleem dat stapelde op andere grote vraagstukken als woningnood, de klimaattransitie, het stikstofprobleem, problemen in de jeugdzorg en de complexe hersteloperaties van het toeslagenschandaal, de gaswinning in Groningen en de waternood in Limburg. Ze constateren dat de overheid beter moet luisteren naar burgers bij de aanpak van die problemen. "Wij horen nog regelmatig dat burgers zich niet gehoord voelen of niet serieus genomen worden. De overheid kan vaker, nog voordat ze begint met oplossingen, het goede gesprek voeren met burgers over wat er nodig is. We hebben een overheid nodig die luistert en realistisch is over de inspanning die zij wil en kan leveren, zonder beloftes te doen die ze niet kan waarmaken."
Van gelijkheid naar gelijkwaardigheid
Niet langer praten over burgers en kinderen dus, maar mét. De ombudsmannen zagen in 2022 ook goede voorbeelden, van een overheid die actief met burgers in gesprek ging of hen zelf benaderde om ze te wijzen op voorzieningen waarop ze recht hebben. "Het ontbreekt niet aan de goede wil om problemen op te lossen. Maar wel om dat bewust, bedachtzaam en met creativiteit te doen." De ombudsmannen wijzen daarbij op de reflex om te kiezen voor meer regels en verregaande juridisering. "De overheid streeft naar gelijke rechten én gelijke behandeling voor burgers. En natuurlijk, wat de overheid ten minste doet moet voor iedere burger hetzelfde zijn. Maar verder kunnen er best verschillen zijn, zolang die maar goed zijn uit te leggen." De ombudsmannen zien die juridisering het afgelopen jaar ook terug bij het versterken van de rechtspositie van burgers. Naar aanleiding van het toeslagenschandaal kregen burgers bijvoorbeeld meer toegang tot juridische bijstand. "Allemaal vast met de beste intenties. Maar het zou niet nodig moeten zijn dat burgers moeten procederen tegen de overheid. Het laat zien dat de overheid te vaak meer tegenover de burger staat dan ernaast."
Tijd voor de burger
Vorig jaar pleitten de ombudsmannen in veel dossiers voor snelheid. "Dat blijven we doen, want nog altijd wachten teveel burgers te lang voordat problemen worden opgelost." Bij de aanpak van die problemen moet de overheid volgens de ombudsmannen snel met burgers om tafel en erkennen dat er fouten zijn gemaakt. Maar vervolgens moet ze wél de tijd nemen, om naast mensen te gaan staan en het weloverwogen en vooral ook samen op te lossen. "Dat kan in de praktijk leiden tot verrassend eenvoudige oplossingen en, naast financieel herstel, ook emotioneel herstel. Het is tijd voor de burger."