2011/263: Landbouwers klagen over trage uitbetaling vergoeding voor ganzenbeheer

Rapport

Binnen Nederland is een aantal gebieden aangewezen als opvanggebieden voor overwinterende ganzen. Landbouwers die grond bezitten binnen deze gebieden kunnen in aanmerking komen voor overheidssubsidie voor de opvang van de overwinterende ganzen op hun grond. Zij krijgen dan een bijdrage (de vergoeding voor ganzenbeheer) om de ganzen ruimte, rust en voedsel te bieden.

Het onderzoek ziet op de trage uitbetaling van de vergoedingen voor ganzenbeheer door Dienst Regelingen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

Vaststaat dat over zowel het beheerjaar oktober 2008 tot oktober 2009 alsmede het beheerjaar oktober 2009 tot oktober 2010 vertraging is ontstaan bij de uitbetaling van de vergoeding voor ganzenbeheer.

Er zijn door de staatssecretaris meerdere redenen aangevoerd voor deze vertraging. De regelingen voor agrarisch natuurbeheer zijn door de Europese Commissie gecofinancierd en moeten daarom voldoen aan een Europees kader. Dit betekent dat deze regelingen moeten voldoen aan strenge Europese wet- en regelgeving waar het de uitbetalingen betreft. De staatssecretaris heeft aangegeven dat het risico op het niet naleven van deze controles een mogelijke boete van ongeveer 35 miljoen euro is.

De oorzaak van de vertraging in het beheerjaar 2008 -2009 is gelegen in twee wijzigingen die door de lidstaat Nederland aan de Europese Commissie voorgelegd. De eerste wijziging ('notificatie') zag op nieuwe voorwaarden van de ganzenbeheerpakketten en is goedgekeurd door de Europese Commissie op 24 oktober 2008. De nieuwe aanvragen in dat beheerjaar (ongeveer 500) zijn beoordeeld aan de hand van de nieuwe voorwaarden en tijdig (in november 2009) afgehandeld. De tweede wijziging, ingediend in december 2008, hield de vraag in of de nieuwe voorwaarden ook mochten gelden voor de groep begunstigden met reeds lopende ganzenbeheercontracten (ongeveer 1500).

De vertraging in het beheerjaar 2009-2010 is gelegen in de perceelsregistratie. De Europese Commissie heeft in 2008 geoordeeld dat de manier waarop Nederland zijn landbouwpercelen registreert niet conform de Europese norm is. Om de registratie van deze percelen op orde te krijgen, is het toenmalige Ministerie van LNV (Dienst Regelingen) in 2009 gestart met het opnieuw in kaart brengen van het gehele agrarische areaal om te komen tot een nieuw geactualiseerd EU-conform perceelsregister. De vertraging van de uitbetaling over het ganzenbeheer van de periode 2009 – 2010 hangt hiermee direct samen, omdat de aanvragen voor vergoeding voor ganzenbeheer getoetst moesten worden aan dit nieuwe perceelsregister.

Hoewel de uitbetaling in een groot aantal gevallen niet binnen de daarvoor bepaalde termijn heeft plaatsgevonden, is er - voor zover de Nationale ombudsman dit kan beoordelen - geen sprake van verwijtbaarheid. Er was in beide beheersperioden sprake van buitengewone omstandigheden die een rechtvaardiging vormen voor de bij de uitbetaling ontstane vertraging. Enerzijds het willen bereiken van een oplossing voor de landbouwers en uiteindelijk het inderdaad afsluiten van een compromis juist ten gunste van deze groep contractanten. Anderzijds de noodzakelijke nieuwe registratie van de percelen. Als hieraan niet voldaan zou zijn, zouden enorme boetes voor de Nederlandse overheid dreigen. Dat de staatssecretaris dit risico niet wilde nemen, acht de Nationale ombudsman niet onredelijk. Tegen die achtergrond kan niet gesproken worden van een verwijtbaar gebrek aan voortvarendheid bij de afhandeling van de betalingen.

Vereiste van voortvarendheid- behoorlijk

Instantie: Dienst Regelingen

Klacht:

onderzoek uit eigen beweging naar de trage uitbetaling van de vergoedingen voor ganzenbeheer door Dienst Regelingen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Oordeel:

Niet gegrond