De Nationale ombudsman, Alex Brenninkmeijer, heeft met gemeenten tien spelregels opgesteld voor behoorlijke burgerparticipatie. Gemeenten staan nogal eens met hun rug naar de burger als het gaat om participatie en inspraak. Dat stelt de ombudsman bij de presentatie van een vandaag verschenen onderzoeksrapport. Dit rapport laat zien aan welke eisen behoorlijke burgerparticipatie moet voldoen vanuit het perspectief van de burger. Het rapport heeft de ombudsman vandaag overhandigd aan de Vice-voorzitter Commissie Bestuur en Veiligheid VNG, burgemeester H.J. Meijer van de gemeente Zwolle.
Bij bepaalde beslissingen, zoals bijvoorbeeld over leefomgeving, kunnen gemeenten ervoor kiezen burgers te vragen om hun inbreng. Soms zijn ze daartoe zelfs wettelijk verplicht. Ondanks vele initiatieven en onderzoeken naar het inrichten van deze zogenaamde burgerparticipatie, verloopt de praktijk niet altijd even soepel. Regelmatig ontvangt de Nationale ombudsman klachten van burgers over de manier waarop gemeenten omgaan met hun inbreng. Veel gehoorde knelpunten zijn dat burgers te laat worden betrokken door de gemeente of dat hun inbreng wordt genegeerd. Ook wordt vaak geklaagd over gebrekkige informatievoorziening gedurende het traject of hebben burgers het gevoel dat de beslissing eigenlijk al genomen is en de procedure een verplichte oefening is.
Zorgvuldig en serieus
De Nationale ombudsman constateert na onderzoek dat gemeenten nogal eens met hun rug naar de burger staan als het gaat om burgerparticipatie. Daarom heeft de ombudsman uitgangspunten voor behoorlijke burgerparticipatie vastgelegd in tien spelregels voor gemeenten die toepasbaar zijn op de dagelijkse praktijk. Daarbij roept de ombudsman gemeenten op de inbreng van burgers serieus te nemen en bij het nemen van beslissingen te profiteren van de kennis en creativiteit van hun burgers. Hun inbreng vanuit de praktijk kan bijdragen aan een beter bestuur. Belangrijk daarbij is dat gemeenten heldere keuzes vooraf maken over de manier waarop ze burgers bij de besluitvorming willen betrekken en dat ze deze keuzes ook aan de betrokkenen bekend maken. Bovendien is het goed informeren van de burger gedurende het hele participatieproces cruciaal voor het slagen ervan. Zo kunnen de belangrijkste ergernissen van burgers over inspraak en participatie voorkomen worden.
Benadering vanuit de burger
Bijzonder aan het onderzoek van de Nationale ombudsman is dat het burgerparticipatie belicht vanuit het perspectief van de burger. Burgers konden hun ervaringen hierover laten weten via een meldpunt op de website van de ombudsman. Ook heeft hij gesproken met ambtenaren uit zes gemeenten en verschillende experts op het gebied van burgerparticipatie. Op basis hiervan zijn de tien spelregels geformuleerd voor behoorlijke burgerparticipatie, die laten zien waar gemeenten zich aan zouden moeten houden en wat burgers mogen verwachten.