Sebastiaan* heeft een pand in Den Haag waarin hij kamers verhuurt. Twee van zijn huurders vinden de servicekosten te hoog en vragen de Huurcommissie om hierover een uitspraak te doen. De Huurcommissie vraagt daarvoor een aantal stukken op bij Sebastiaan. Hij levert de stukken aan en krijgt dan op 18 december een brief van de Huurcommissie. Die wil een huisonderzoek uitvoeren en een hoorzitting houden. Op basis daarvan wil de Commissie binnen drie maanden een uitspraak doen
Sebastiaan maakt uit de brief op dat de hoorzitting niet op korte termijn wordt gepland. Dat komt mooi uit, want hij gaat van 25 december tot 6 januari op vakantie. En nu kan hij met een gerust hart weg. Maar wanneer hij weer thuis zijn post doorneemt, ziet hij een uitnodiging voor een hoorzitting op 4 januari. Die is volgens de dagtekening op 20 december verstuurd. Maar toen Sebastiaan op vakantie ging had hij 'm nog niet binnen. In december loopt de post wel vaker vertraging op, dus dat verbaast hem niets.
Als Sebastiaan contact opneemt met de Huurcommissie blijkt dat zijn huurders op de zitting in het gelijk zijn gesteld. De kosten van de zitting komen daardoor voor zijn rekening. Sebastiaan baalt daarvan. Hij vraagt zich af of de uitkomst wel hetzelfde zou zijn als hij zijn kant van het verhaal had kunnen vertellen. En hij vindt dat de Huurcommissie rekening had moeten houden met de vertraging van de post in december. Die vertraging kondigt PostNL zelfs op zijn website aan. Hij dient daarom een klacht in bij de Huurcommissie.
Dat lost niets op. De Huurcommissie vindt dat Sebastiaan ervoor had moeten zorgen dat iemand zijn post in de gaten hield tijdens zijn vakantie. Bovendien heeft Sebastiaan niet doorgegeven dat hij op vakantie ging. Als hij dat wel had gedaan, was daar rekening mee gehouden, zegt de Commissie. Dat vindt Sebastiaan niet eerlijk. Uit de brief van 18 december maakte hij op dat het nog wel even zou duren voordat er een hoorzitting zou zijn. Daarom heeft hij zijn vakantie niet gemeld.
Sebastiaan laat het er niet bij zitten en klopt bij mij aan. Ik vind ook dat hij uit de brief van 18 december redelijkerwijs kon opmaken dat er op korte termijn geen zitting zou zijn. En de Huurcommissie had er rekening mee moeten houden dat de post er in december vaak langer over doet. Burgers moeten het op tijd weten als ze op een zitting worden verwacht. In de wet staat dat ze een termijn van twee weken moeten krijgen om zich op zo'n zitting voor te bereiden. Daaraan heeft de Huurcommissie zich niet gehouden. De uitnodiging is op z'n vroegst op 27 december bezorgd, acht dagen voor de zitting.
Als Sebastiaan zijn kant van het verhaal had kunnen vertellen, was de uitkomst van de zitting misschien anders geweest. Daarom beveel ik de Huurcommissie om na te gaan of Sebastiaans afwezigheid verschil heeft gemaakt. Zo ja, dan vind ik dat Sebastiaan de kosten van de zitting niet hoeft te betalen.
* Gefingeerde naam
De persoon op de foto is niet de persoon uit deze column