Een vrouw die in haar kindertijd te maken had met een kinderbeschermingsmaatregel, was op zoek naar haar dossier over de ondertoezichtstelling dat destijds bij de rechtbank Roermond in behandeling was. Ze kwam erachter dat het rechtbankdossier was overgedragen aan het provinciaal archief: het Regionaal Historisch Centrum Limburg (RHCL) en vroeg daar of ze het dossier kon inzien. Dat kon en daarbij was een deel van het archiefdossier voor de vrouw afgeschermd. Een paar jaar later heeft haar zus ook om inzage gevraagd, waarbij kennelijk ook aan haar inzage is gegeven in privacygevoelige documenten over de vrouw.
De vrouw heeft geklaagd over de wijze waarop het Regionaal Historisch Centrum Limburg is omgegaan met haar privacygevoelige archiefdossier.
Naar het oordeel van de Nationale ombudsman is het RHCL zich onvoldoende bewust geweest van mogelijke schending van de persoonlijke levenssfeer van de vrouw. Deze wijze van omgaan met privacygevoelige informatie getuigt van onvoldoende respect voor het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Het vereiste dat grondrechten dienen te worden gerespecteerd, is dan ook geschonden.
De onderzochte gedraging is niet behoorlijk.
De ombudsman heeft in deze zaak na de klachtbehandeling door het RHCL de directeur van het RHCL in de gelegenheid gesteld om alsnog persoonlijk contact te hebben met de vrouw en ziet het als een gemiste kans dat de directeur daar niet op in is gegaan. Nu het RHCL het gevoel had dat alles al was gezegd en geschreven, maar de vrouw desondanks aangaf onvoldoende gelegenheid te hebben gehad om haar verhaal te doen, had het RHCL met persoonlijk contact kunnen achterhalen waarom de vrouw dat gevoel had. Naar het oordeel van de Nationale ombudsman heeft het RHCL bij zijn klachtafhandeling niet voldoende naar de burger geluisterd en heeft het ook in reactie naar de Nationale ombudsman te algemene antwoorden gegeven.
De wijze van klachtbehandeling is niet behoorlijk.
De Nationale ombudsman geeft het bestuur van het RHCL in overweging om de werkwijze van inzage in beperkt openbaar archief en in het bijzonder de rechtbankdossiers die ondertoezichtstellingen bevatten van meerdere kinderen uit een gezin tegen het licht te houden met het oog op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen. En voorts beveelt de Nationale ombudsman het bestuur van het RHCL aan om persoonlijk contact een centrale plaats te geven bij de behandeling van klachten.