2009/088

Rapport

Verzoekster en haar familie huurden al vele jaren een in de Biesbosch gelegen vakantiehuis van Staatsbosbeheer. In onder meer november 1999 werd zij erop gewezen dat ontwikkelingen gaande waren met als doel het gebied waarin het vakantiehuis was gelegen om te vormen tot een natuurgebied, als onderdeel van het nationaal park de Brabantse Biesbosch. Omdat recreatieve woningen binnen dit gebied niet wenselijk waren zou de huur bij de eerstvolgende gelegenheid worden beëindigd. Op enig moment ging verzoekster met Staatsbosbeheer het gesprek aan over een alternatief voor de door haar gehuurde woning, mocht deze gesloopt moeten worden. Hoewel diverse alternatieven de revue passeerden kwamen verzoekster en Staatsbosbeheer niet tot overeenstemming.

Verzoekster klaagde er onder meer over dat Staatsbosbeheer haar, ondanks toezeggingen, geen redelijk aanbod had gedaan ter compensatie van het verlies van het huurcontract

De Nationale ombudsman overwoog dat verzoekster en haar familie gedurende lange tijd de beschikking hadden gehad over een vakantiehuis op een blijkbaar unieke plek tegen een zeer lage huurprijs. Op enig moment is een einde gekomen aan deze situatie; iets dat, onder meer gezien de inhoud van het huurcontract, voorzienbaar was. Niet was gebleken dat Staatsbosbeheer verzoekster de concrete toezegging had gedaan dat het verlies van het door haar gehuurde huis zou worden gecompenseerd door haar een vergelijkbaar huis onder vergelijkbare voorwaarden aan te bieden. Wel had Staatsbosbeheer zich ingespannen om, in overleg met verzoekster, tot een alternatief te komen. Dit had geleid tot in ieder geval één concreet aanbod, een huurovereenkomst met betrekking tot de Amaliahoeve voor € 700 per maand (€ 500 totdat een aantal gebreken was verholpen). Gezien de taxatiewaarde van het huis en de daarbij behorende verhuurwaarde achtte de Nationale ombudsman dit geen onredelijk aanbod. Dat verzoekster voor dit huis, zoals zij aangaf, niet meer dan € 200 overhad maakt dat niet anders. Van Staatsbosbeheer kon niet in redelijkheid worden verlangd dat zij met verzoekster een nieuw contract zou aangaan onder vergelijkbare voorwaarden. De Nationale ombudsman achtte hierbij in het bijzonder van belang dat het verhuren van een huis aan één burger tegen een huurprijs die symbolisch genoemd kan worden naar zijn mening niet past bij de doelstellingen van een organisatie als Staatsbosbeheer, die immers vooral op het algemeen belang zijn gericht.

Rechtszekerheidsvereiste; behoorlijk.

Verder klaagde verzoekster erover dat Staatsbosbeheer haar brieven van 6 augustus 2007 en 17 augustus 2007 niet had beantwoord en dat Staatsbosbeheer de huurovereenkomst per 1 september 2007 had beëindigd, terwijl de Raad van State op dat moment nog geen definitieve uitspraak had gedaan over het nut en de noodzaak van het project.

Instantie: Staatsbosbeheer Driebergen

Klacht:

Ondanks toezeggingen geen redelijk aanbod gedaan ter compensatie van het verlies van het huurcontract van een vakantiehuis in verband met project Zuiderklip; brieven niet beantwoord; huurovereenkomst beëindigd, terwijl Raad van State nog geen definitieve uitspraak had gedaan over het nut van project Zuiderklip.

Oordeel:

Niet gegrond