Een vrouw is gedupeerde van het Toeslagenschandaal. Zij wacht op de zogenaamde integrale beoordeling. Dat is de beoordeling van de hoogte van het bedrag waarop de vrouw recht heeft. De beslissing komt van de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT). Er zijn grote achterstanden bij de behandeling van deze beslissingen.
De vrouw vond dat ze te lang op de beslissing moest wachten. Zij ging daarom naar de rechter om de behandeling door UHT te versnellen. Dat heet 'een beroep niet tijdig beslissen'. De rechter was het met de vrouw eens. De rechter vond dat UHT binnen twee weken moest beslissen. UHT nam snel een definitieve beslissing. UHT stuurde de vrouw – anders dan is voorgeschreven – geen vooraankondiging waarin haar voorlopige conclusie staat. De vrouw was het niet eens met de hoogte van het vastgestelde bedrag. Zij maakte bezwaar bij UHT.
De vrouw diende ook een klacht bij de ombudsman in. Zij klaagt erover dat zij geen voorlopige conclusie ontving en daarom direct in een procedure terechtkwam. UHT erkende dat het onjuist is dat zij de vrouw geen vooraankondiging stuurde. In de wet staat namelijk dat dat moet. De klacht is dan ook gegrond. UHT liet de ombudsman weten met de vrouw contact op te nemen en zo nodig haar beslissing aan te passen. Dat doet UHT met alle zelfde gevallen als die van de vrouw, waarbij de gedupeerde bezwaar heeft gemaakt. De werkwijze tot 25 april 2023 om geen vooraankondiging te sturen als UHT van de rechter snel moest beslissen is aangepast.