Een man wilde zijn vaarbewijs halen en vroeg daarom een examen aan bij het CBR. Er was in zijn woonomgeving pas plaats om examen te doen in het volgende kalenderjaar. De man klaagt erover dat hij bij de reservering van het examen € 5,35 meer heeft moeten betalen aan het CBR, omdat het CBR het tarief van het jaar erop hanteerde.
De Nationale ombudsman vindt het handelen van het CBR niet onbehoorlijk. Het is niet ongebruikelijk dat het tarief wordt gehanteerd van het moment waarop een examen plaatsvindt, in plaats van het geldende tarief op het moment van reserveren. De omstandigheid dat het voor de man niet mogelijk was om vóór de jaarwisseling in zijn woonomgeving examen te doen, maakt niet dat het onbehoorlijk was dat het CBR het tarief voor het volgende jaar in rekening bracht.