Verzoeker parkeerde zijn auto op een openbare parkeerplaats in Leiden waar betaald kan worden geparkeerd. Verzoeker ging een nabij gelegen winkel in om snel even een boodschap te doen. Na het bezoek aan de winkel stapte verzoeker weer in zijn auto en reed weg om het parkeerterrein te verlaten. Terwijl hij over het parkeerterrein reed, zag verzoeker op het parkeerterrein twee parkeerwachters lopen. Tijdens een verkeersmanoeuvre reed verzoeker dicht langs parkeerwachter M. die zijn ongenoegen hierover liet blijken. Verzoeker reed vervolgens achteruit terug naar de parkeerwachter M. waarna een woordenwisseling tussen beiden volgde. Een paar dagen later ontving verzoeker thuis een bekeuring (een naheffingsaanslag parkeerbelasting) van de gemeente Leiden. Verzoeker was hierover zeer ontstemd omdat hij wel een parkeerkaartje had gekocht en dit nog steeds in zijn bezit had.
Verzoeker klaagde erover dat een parkeerwachter van de gemeente Leiden, na een conflict met verzoeker, misbruik had gemaakt van zijn bevoegdheid door aan verzoeker zonder een geldige grondslag een naheffingsaanslag parkeerbelasting (bekeuring) op te leggen.
De Nationale ombudsman stelde tijdens het onderzoek vast dat parkeerwachter M. misbruik had gemaakt van zijn bevoegdheid door, in het kader van een persoonlijk conflict, aan verzoeker onterecht een naheffingsaanslag op te leggen en achtte de klacht gegrond wegens schending van het vereiste van integriteit.
