2012/204: Politieambtenaar verstrekt subjectieve informatie over man aan bureau jeugdzorg

Rapport

Verzoekers klacht

Verzoeker klaagde erover dat de politie Bureau Jeugdzorg (BJZ) in het kader van een zorgmelding (concluderend en op subjectieve wijze) liet weten dat er ten aanzien van verzoeker sprake was van obsessief en dwangmatig gedrag en dat hij tevens als gevaarlijk kon worden aangemerkt.

Oordeel

De Nationale ombudsman is van oordeel dat de politie het vereiste van een onpartijdige opstelling heeft geschonden door BJZ mee te delen dat verzoeker obsessief en dwangmatig gedrag vertoonde en dat verzoeker ook als gevaarlijk kon worden aangemerkt. Ten eerste acht de Nationale ombudsman van belang dat niet is gebleken dat de politie ten behoeve van de transparantie en objectiviteit voorafgaand aan de zorgmelding en/of het verstrekken van nadere informatie de te verstrekken informatie eerst met verzoeker heeft besproken dan wel hem in de gelegenheid heeft gesteld om zijn kant van het verhaal te geven. Hierdoor wekte de betrokken politieambtenaar de indruk dat hij het verhaal van verzoekers ex-partner geloofde. Ten tweede lag het op de weg van de politie om in het kader van de zorgmelding alleen objectieve informatie te verstrekken, zoals neergelegd in processen-verbaal en mutaties. Dat de betrokken politieambtenaar zijn persoonlijke mening had over deze kwestie en ook over verzoeker is menselijk en begrijpelijk, maar rechtvaardigt niet dat hij deze subjectieve informatie deelt met instanties zoals BJZ. Naar het oordeel van de Nationale ombudsman heeft de politie daardoor de schijn van partijdigheid gewekt. Daarbij wijst de Nationale ombudsman er ook op dat het verstrekken van dergelijke informatie, gezien de grote belangen en de mogelijke vervolgstappen van BJZ, bovendien ernstige gevolgen kan hebben voor betrokkenen, zodat hiermee behoedzaam moet worden omgegaan.

Instantie: Regiopolitie Haaglanden

Klacht:

in het kader van een zorgmelding (concluderend en op subjectieve wijze) laten weten dat er ten aanzien van verzoeker sprake was van obsessief en dwangmatig gedrag en dat hij tevens als gevaarlijk kon worden aangemerkt.

Oordeel:

Gegrond