2007/324

Rapport

Ruim drie maanden nadat een door verzoekers ingediend bezwaarschrift tegen de afwijzende beslissing op een verzoek om handhaving tegen het parkeren van vrachtwagens gegrond was verklaard, hadden verzoekers een gesprek met de verantwoordelijk wethouder. Tijdens dit gesprek deelde de wethouder mee dat er geen aanleiding meer was voor handhavend optreden, omdat gebleken was dat er slechts een vrachtwagen werd geparkeerd en het verzoek om handhaving betrekking had op meerdere vrachtwagens.

De Nationale ombudsman overwoog dat verzoekers, op basis van de beslissing van het college om het bezwaarschrift gegrond te verklaren, er van uitgingen dat overeenkomstig het daartoe ingediende verzoek handhavend zou worden opgetreden. Eerst tijdens het gesprek met de wethouder bleek echter dat de gemeente zich op het standpunt stelde dat handhavend optreden niet mogelijk zou zijn.

Door niet eerder met verzoekers te communiceren hoe de beslissing op het bezwaarschrift diende te worden begrepen is niet behoorlijk gehandeld, omdat verzoekers niet meer gebruik konden maken van de mogelijkheid beroep in te stellen en een rechtens bindend oordeel te krijgen.

De onderhavige zaak was voor de Nationale ombudsman aanleiding om in een slotbeschouwing - wederom - te pleiten voor het eerder toepassen van het instrument 'bemiddeling' ter voorkoming van het (laten) ontstaan van ingewikkelde juridische situaties.

Instantie: Gemeente Graafstroom

Klacht:

Geen uitvoering gegeven aan beslissing waarbij bezwaren van verzoekers tegen afwijzing van verzoek om handhavend optreden gegrond zijn verklaard.

Oordeel:

Gegrond