2007/280

Rapport

Verzoeker is werkzaam als piloot bij de Koninklijke Luchtvaartmaatschappij (KLM). Op 6 oktober 2005 onderging verzoeker zoals gebruikelijk een veiligheidscontrole bij de doorlaatpost van het bemanningscentrum op Schiphol, hij was daarbij in het gezelschap van het overige cockpitpersoneel van de vlucht KL735. Verzoeker klaagt over de wijze waarop de medewerkers van het beveiligingsbedrijf ICTS Netherlands Airport Services v.o.f. (op welke controle de Koninklijke Marechaussee (KMar) toezicht houdt) deze veiligheidscontrole bij hem hebben uitgevoerd (geen legitimatie, onvoldoende informatie gegeven over fouillering en klachtbehandeling, onzedelijke betasting, neerbuigende opmerkingen, verwijt zelf oponthoud te hebben veroorzaakt). Tevens klaagde verzoeker over de wijze waarop de KMar zijn klacht heeft behandeld en over de duur van deze klachtbehandeling. De Nationale ombudsman acht de klachten over de wijze van fouillering stuk voor stuk gegrond. De medewerker was verplicht desgevraagd zijn legitimatiebewijs te tonen. Het feit dat de betrokken medewerker(s) niet van deze verplichting op de hoogte was is in strijd met het vereiste van professionaliteit. Verzoekers klacht dat tijdens de fouillering de medewerker zijn blote handen richting zijn genitaliën heeft gestoken werd niet weersproken. Deze wijze van fouillering is in strijd met het recht op eerbiediging van de lichamelijke integriteit. Bij een verplichte fouillering moet worden voorkomen dat de behandeling onnodig vernederend is en is ook enige uitleg op zijn plaats. Tenslotte is ook de gehele attitude van de betrokken medewerkers tijdens de gehele controle in strijd met het vereiste van correcte bejegening. Na het incident met de legitimatie hebben de betrokkenen zich niet gedragen zoals van hen mocht worden verwacht; met name hebben zij zich niet ingespannen om escalatie te voorkomen. Ook de klacht over de interne klachtbehandeling is gegrond. Deze behandeling was in strijd met het beginsel van fair play, nu niet de voorgeschreven procedure is gevolgd en de diverse klachtonderdelen op een hoop zijn gegooid en zonder toelichting allemaal gegrond bevonden, waarna verzoeker een zeer algemeen gestelde excuusbrief ontving. Door niet in detail in te gaan op de verschillende duidelijk omschreven klachtonderdelen was de klachtbehandeling een lege huls geworden waaruit het bestuursorgaan geen lering kan trekken. Tenslotte heeft de klachtbehandeling heeft meer dan zes maanden geduurd wat in strijd is met het beginsel van voortvarendheid.

Tenslotte benadrukt de Nationale ombudsman in zijn slotbeschouwing bij dit rapport dat indien de betrokken medewerkers op de hoogte waren geweest van de plicht zich te legitimeren er helemaal niets aan de hand was geweest. Het simpele voorval leidde tot escalatie waardoor verzoeker zich zo genomen voelde dat hij een reeks klachten indiende. De KMar zou bij de beveiligingsbedrijven moeten stimuleren lering te trekken uit de klachtbehandeling. Zij zou er nogmaals op aan moeten dringen dat medewerkers transparant zijn over hun identiteit en dat het professioneel is om ook bij weerstandde-escalerend te werk te gaan.

Instantie: Koninklijke Marechaussee

Klacht:

Wijze van uitvoering veiligheidscontrole bij verzoeker, die werkzaam is als piloot: geweigerd om zichzelf te legitimeren, met blote handen onzedelijk betast en geweigerd uitleg te geven over achtergrond van fouillering, neerbuigend behandeld door verzoekers onderscheidingstekenen op zijn uniform belachelijk te maken en in reactie op gestelde vragen van verzoeker openlijk tegenover andere aanwezigen afkeuring over de gestelde vragen kenbaar gemaakt; wijze van klachtbehandeling; ingediende klacht niet tijdig en niet volledig inhoudelijk behandeld .

Oordeel:

Gegrond