Een taxi-chauffeur deed 's nachts aangifte van mishandeling en vernieling, die verzoeker zojuist jegens hem had gepleegd.
Verzoeker klaagde erover dat hij midden in de nacht was aangehouden, waardoor hij zich als een crimineel behandeld voelde. Ook klaagde hij erover dat de korpsbeheerder zijn klacht hierover niet had beoordeeld, omdat strafvorderlijke gedragingen beoordeeld zouden moeten worden door de hoofdofficier van justitie.
De Nationale ombudsman overwoog ten aanzien van de aanhouding dat destijds bij eenvoudige mishandeling slechts aanhouding in geval van ontdekking op heterdaad kon plaatsvinden, zodat de politie alleen in die bewuste nacht dwangmiddelen tegen verzoeker kon aanwenden. De omstandigheden waren van voldoende ernst om het besluit tot aanhouding te billijken. Van strijd met het evenredigheidsvereiste was naar het oordeel van de Nationale ombudsman dan ook geen sprake. Hij achtte de onderzochte gedraging behoorlijk.
De Nationale ombudsman overwoog over de klachtafhandeling dat de politie geen contact had gehad met de officier van justitie en dat er dus geen sprake was geweest van een beslissing die in feite door het Openbaar Ministerie was genomen, waarbij de politie in wezen slechts als uitvoerder van die beslissing optrad. De klacht over de politie had dan ook in het kader van de klachtenprocedure van de politie moeten worden beoordeeld. De korpsbeheerder is immers bij uitsluiting verantwoordelijk voor de afdoening van klachten over politieoptreden. Daaraan doet niet af dat de politie bij justitieel optreden onder het gezag van de officier van justitie valt. Door de klacht niet in behandeling te nemen was gehandeld in strijd met het beginsel van fair play. De Nationale ombudsman vond de onderzochte gedraging op dit punt niet behoorlijk.
- Afwijzing schadeclaim
