5 vragen aan Rein Peters (Penitentiaire Inrichting Lelystad)

‘Veel gedetineerden zijn wantrouwend richting de overheid’

Op deze pagina

    Interview
    Foto van het gebouw van de Penitentiaire Inrichting in Lelystad

    Het re-integratiecentrum van de Penitentiaire Inrichting (PI) Lelystad helpt gedetineerden bij de voorbereiding op hun terugkeer in de samenleving. Hoe doet het centrum dat? En hoe verloopt het contact tussen gedetineerden en de overheid? Om hierachter te komen, bezoeken de Nationale ombudsman en zijn team de PI tijdens de provincietour in Flevoland. Ter voorbereiding stellen we zeven vragen aan Rein Peters, coördinator van het re-integratiecentrum.

    Wat doet het re-integratiecentrum van de Penitentiaire Inrichting?

    “In het re-integratiecentrum bereiden gedetineerden zich voor op hun terugkeer in de samenleving. Stagiaires begeleiden de gedetineerden bij het regelen van burgerzaken. Denk aan het zoeken van een huis, werk of het aanvragen van een betalingsregeling.        

    Wij vinden het belangrijk dat gedetineerden zich straks kunnen redden. Daarom stimuleren we ze om zelf na te denken over een oplossing voor hun probleem. Bijvoorbeeld als een gedetineerde schulden heeft en zijn werk niet meer mag doen door zijn strafblad.

    Onze stagiaires weten de weg bij overheidsinstanties. Zij kunnen een gedetineerde helpen om contact te zoeken met een gemeente en een uitkering aan te vragen. Of bij het maken van een cv.”  

    Welke invloed heeft het coronavirus op de re-integratie van gedetineerden? 

    “Vanaf maart was het re-integratiecentrum gesloten. Sinds een aantal weken zijn we weer beperkt open. Sommige urgente vragen konden niet langer blijven liggen. Zo waren er gedetineerden die een betalingsregeling moesten treffen. Of die vragen hadden over hun schulden. 

    Ook organiseerden we eerder speciale dagen voor kinderen met een vader in detentie: vader-kinddagen. Gedetineerden mochten dan anderhalf uur met hun kinderen spelen. Tijdens de coronapiek hebben we deze dagen vervangen door Skype-gesprekken. Eigenlijk wilden we dat nog even zo laten. Maar de behoefte aan fysieke ontmoetingen was zo groot, dat we hier weer mee zijn begonnen.” 

    Met wie werken jullie samen om de re-integratie te laten slagen?

    Rein Peters“We werken veel samen met veiligheidshuizen, het Juridisch Loket en vrijwilligersorganisaties. Zo organiseert het Juridisch Loket een spreekuur voor gedetineerden. En een van de vrijwilligersorganisaties regelt het vervoer van kinderen naar hun ouders in detentie. We werken ook samen met rechtenstudenten. Zij komen langs om juridische vragen van gedetineerden te beantwoorden. 

    Verder bieden wij onze gedetineerden intern vakopleidingen aan, bijvoorbeeld tot schilder. Ik heb dus ook regelmatig contact met bedrijven die op zoek zijn naar werknemers. Soms hebben gedetineerden al tijdens hun detentie een baan geregeld. Dat zien we het liefst, dat ze eenmaal buiten meteen aan de slag kunnen. We willen voorkomen dat ex-gedetineerden in een gat vallen zonder geld, baan, huis en familie.” 

    Waar lopen gedetineerden tegenaan bij de voorbereiding van hun re-integratie? 

    “Tegenwoordig moet je veel online regelen. Gedetineerden hebben weinig digitale middelen, zoals een mobiele telefoon. Daardoor kunnen ze officieel geen DigiD aanvragen: de verplichte sms-code kunnen ze niet ontvangen. We hebben dit aangekaart bij het hoofdkantoor van de Dienst Justitiële Inrichtingen. Gedetineerden mogen nu tijdelijk zonder sms-code een DigiD aanvragen. We wachten nog op een officiële regeling.” 

    Zijn gedetineerden erg afhankelijk van de overheid?

    “Ja. En het contact verloopt vaak moeizaam. Veel gedetineerden zijn wantrouwend richting de overheid. Wat zou helpen om het contact te verbeteren? Heel praktisch: de bereikbaarheid en zichtbaarheid van de overheid binnen justitie vergroten. 

    Veel gedetineerden weten bijvoorbeeld niet waar ze moeten aankloppen als ze een uitkering willen aanvragen. En het helpt niet dat ze vervolgens een half uur in de wacht staan als ze de gemeente bellen. Zeker niet als ze ook nog betalen voor zo’n gesprek. Dan denken gedetineerden al snel: laat maar zitten.  

    Ook zijn er grote verschillen tussen gemeenten als het gaat om re-integratie. Bij de ene gemeente worden ex-gedetineerden goed geholpen bij het re-integreren. Bij andere gemeenten niet. Terwijl veel ex-gedetineerden echt iemand nodig hebben die ze stuurt. Is die er niet? Dan vervallen ze sneller in hun oude gedrag.” 

    Hoe helpen jullie gedetineerden bij het contact met de overheid?

    “Wij kunnen de gedetineerde zelf aanspreken: ‘Dit is fout gegaan, zo kun je het de volgende keer aanpakken.’ Als het echt niet anders kan, nemen we het gesprek over.”

    Schakelen jullie de Nationale ombudsman weleens in? 

    “Om eerlijk te zijn heb ik daar nog nooit over nagedacht. Ik voer zelf geen hulpgesprekken, dus ik kan zo geen praktijkvoorbeeld noemen waarbij ik dat had kunnen doen. Toch kan ik me wel voorstellen dat het kan helpen. Ik ga de mogelijkheid onder de aandacht brengen bij onze stagiaires.”      

    Waarom brengt de Nationale ombudsman dit?

    Elk jaar gaan de Nationale ombudsman Reinier van Zutphen en zijn team drie dagen naar een provincie in Nederland. Deze week is de provincie Flevoland aan de beurt. Flevoland is de tiende halte van deze tour. We gaan met zoveel mogelijk inwoners, bestuurders en medewerkers van (overheids)instanties in gesprek. Zo willen we een goed beeld krijgen van wat er speelt tussen de inwoners van Flevoland en de overheid.

    Kunt u ons niet ontmoeten in Flevoland? Bel ons dan gratis met 0800 - 335 55 55 of dien online een klacht in. Wij staan voor u klaar.