2016/097 IND gaat onbehoorlijk om met naturalisatieverzoek

Rapport

In 2007 trad een zogenoemde pardonregeling in werking. Op grond van deze regeling kregen ongeveer 27.000 vreemdelingen een reguliere verblijfsvergunning. Het tonen van documenten omtrent de identiteit en nationaliteit was geen vereiste voor het krijgen van deze verblijfsvergunning op grond van de pardonregeling. In 2009 werd de procedure voor naturalisatie aangescherpt. Deze aanscherping hield in dat vreemdelingen die in het bezit waren van een reguliere verblijfsvergunning bij de naturalisatieprocedure niet langer werden vrijgesteld van het overleggen van een geldig buitenlands paspoort en een gelegaliseerde buitenlandse geboorteakte.

Verzoeker en zijn gezin hadden een verblijfsvergunning gekregen op grond van de pardonregeling. De naturalisatieverzoeken van verzoekers waren afgewezen, omdat zij geen geldige buitenlandse paspoorten hadden verstrekt. Vervolgens startte de Nationale ombudsman een onderzoek naar de wijze waarop de IND met de naturalisatieverzoeken van verzoekers was omgegaan.

In reactie op het onderzoek van de Nationale ombudsman liet de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie weten dat niet langer van verzoekers zal worden verlangd om een geldig buitenlands paspoort te overleggen. Bijna alle omstandigheden op grond waarvan de staatssecretaris tot deze conclusie kwam, waren al bekend bij de IND/het Ministerie van Veiligheid en Justitie voordat verzoekers naturalisatieverzoeken werden afgewezen. De Nationale ombudsman kwam tot de conclusie dat als in een eerder stadium zorgvuldiger naar verzoekers situatie was gekeken en vervolgens beter met verzoekers was gecommuniceerd de IND op een eerder moment en zonder bemoeienis van de Nationale ombudsman tot dezelfde conclusie had kunnen komen. Door dit na te laten had de IND het vereiste van goede voorbereiding geschonden.

Vereiste van goede voorbereiding, niet behoorlijk.

Instantie: Immigratie- en Naturalisatiedienst

Klacht:

wijze waarop de IND omgaat met naturalisatieverzoeken van verzoekers

Oordeel:

Gegrond